zondag 26 mei 2019

Even iets moois nr. 359 - Vecht en duinen

Foto's die ik afgelopen week maakte. Een paar hier langs de Vecht en de rest van een vogelvrije dag die leidde naar de Amsterdamse Waterleidingduinen.





In de Vecht zitten veel futenparen, maar dat levert niet een lawine aan jonge Fuutjes op. Van de drie paartjes die ik vond tussen Nieuwersluis en Loenen, waren er twee kinderloos. Het derde had maar één jong. Die wordt dan wel ernstig verwend zoals we hier zien: pa komt aan met een forse vis die met één hap slik naar binnen gaat. Zie je trouwens dat rode hartje op de kop van de kleine?





Al wekenlang houd ik een broedende Knobbelzwaan in de gaten, want uit ervaring weet ik: je krijgt precies één dag de kans om moeder met kinderen aan land te zien. Gelukkig trof ik het dit jaar, met een plaatje van deze schattige donsjes.





 De Amsterdamse Waterleidingduinen dus. We nemen deze keer de zuidelijke ingang bij De Zilk; daar zitten altijd veel nachtegalen. Mijn doel is die op de foto te krijgen. En nachtegalen horen we zat, vaak meerdere tegelijk. Maar ze brengen hun luide trillers liefst ten gehore vanuit dicht struikgewas. Een foto bleek niet haalbaar, helaas...





Ik bestudeer een minuut of 10 het patroon van de enthousiast zingende Boompieper en zie dat hij een vaste route heeft van een boomtop naar een takje in het struikgewas. Telkens als hij naar de boomtop vliegt, sluip ik een paar meter naar zijn vaste lage takje. Hoewel hij bij elke terugkeer telkens iets verbaasder kijkt accepteert hij mijn nabijheid en blijft zijn lied zingen. Ik maak mijn foto.





Wie duin zegt, zegt ook Duinviooltje. Er staan er genoeg, maar ze zijn zo klein en onopvallend dat je er makkelijk op gaat staan. De macrolens onthult de fragiele schoonheid van dit bloempje.





Jawel, een van de fraaiere Nederlandse vogels: de Gekraagde Roodstaart. Die zou ik graag nog eens voor de lens krijgen met minder zon en minder afstand. Er zijn er genoeg in bos en duin, en vrij makkelijk te herkennen aan hun eenvoudige zang.





De AWD is eigenlijk een infiltratiegebied voor de waterwinning, zoals de naam al doet vermoeden. Er zijn dan ook veel vaarten en kanalen.





Beetje te ver, maar toch te leuk om niet te laten zien: de Boomleeuwerik. Ook die zijn er veel in de duinen en ik schiet altijd weer in de lach om hun omlaag gaande zang.





Tja, waar vind je ze niet: de Kneu. In dit jaargetij hebben de mannetjes een bijzonder fraai roze petje en borst en ik sta altijd weer verbaasd van hun on-definieerbare zang. Hoor ik een vogel waarvan ik de zang niet herken, dan denk ik: het zal wel een kneu zijn. Meestal is dat dan ook zo.





Ook een veel voorkomende bewoner van schrale gebieden met lage begroeiing: de Roodborsttapuit. Liever zou ik het fraai gekleurde mannetje laten zien, maar helaas wilde die niet poseren. Best schuwe vogels eigenlijk die zich lastig laten benaderen.





Weer op weg naar de auto stuiten we nog op deze Fitis. Je vindt hem overal waar struiken zijn met wat geboomte. Tussen de takken door krijg ik hem  precies in beeld.



3 opmerkingen: