zondag 28 november 2021

Even iets moois nr. 454 - Wildlands

Het zou nogal verdrietig weer worden, afgelopen vrijdag, vooral in het westen. Dus togen wij naar het oosten, het noordoosten zelfs, en gingen op bezoek in Emmen. Ook daar was het koud, slechts een graad of vier of zo. Diverse buitendieren - zoals de leeuw - lieten zich dan ook wijselijk niet zien. Maar er is ook veel binnen in Wildlands. Ik hoopte mooie vogels te spotten, maar daar blijkt de jungle toch te dicht voor. Dan maar gefocust op de andere bewoners.





Een Withandgibbon die ons met priemende blik opneemt.





Kom je uit de koude buitenlucht gelijk in zo'n tropische kas dan kun je het fotograferen wel vergeten. Je lens beslaat duchtig en langdurig. Hier een snelle foto tussen twee lensveegrondes door.





In de Jungola hoor ik een eentonig gefluit uit het struikgewas. Ik probeer dat zo goed mogelijk na te doen - ik heb van mezelf een vrij eentonige fluit - en plotseling stapt een Zonneral uit het struweel.





Een tweetal Dwergmangoesten ziet er bijzonder knuffelig uit.





Een Prairiehondje. Schattig beestje dat ook zomaar los loopt; moddervet volgens mij. Bij deze temperaturen blijven de meeste in hun hol, maar deze knabbelt aan een beukenblaadje.





Deze drie musketiers zeuren niet over kou. Onverschillig staren deze Kamelen de bezoekers aan, kauwend op, ja wat eigenlijk...





Maar hier wordt serieus geleden. De Mantelbavianen kleumen dicht tegen elkaar aan, wachtend tot het nachtverblijf open gaat. Dat is pas eind middag, vertelt een verzorgster.





De bontjas is uit de kast gehaald maar zo te zien hadden dat er ook twee mogen zijn.





Even een romantisch momentje.


zondag 21 november 2021

Even iets moois nr. 453 - Een twitch langs de kust

Twitchen is een vogelaarsterm die gebruikt wordt bij het 'soorten jagen' ofwel op zoek naar een waarneming voor je lijstje. Ik doe daar eigenlijk niet aan, maar als er al weken lang een Grote Zeldzaamheid rondhangt op de Hondsbossche Zeewering en ik kan dat combineren met mijn plannen voor die dag, tja, dan...




Een twitch is dan iets waar je nooit alleen op uit trekt. Uiteindelijk met een man of twaalf liepen we op gelijke hoogte met het beestje mee; een beetje zot gezicht voor mensen die zo'n passie niet delen.





En hier is-ie dan: de Provençaalse Grasmus. In Nederland zeer zelden aangetroffen en waarschijnlijk overgestoken - of meegevaren - vanuit zuid-Engeland. Een van de belangstellenden had het over de 'provinciaalse grasmus' en dan moet ik altijd een beetje lachen. Ik kom betrekkelijk vaak tegen dat mensen fanatiek achter een vogeltje aanhollen, maar eigenlijk niet weten wat ze voor de lens krijgen. Afijn, ik was er een ochtend zoet mee en een beetje gelukkig met het eindresultaat.





De middag spendeerde ik in IJmuiden. Zoals u weet is dat een tamelijk geliefde bestemming in de winter. Het is een vrij stabiele garantie dat ik wat foto's maak die ik de jaren ervoor ook al maakte. Maar ja, ik beleef er wel erg veel plezier aan. Hier zien we, met zijn kop in het zand, niet een struisvogel maar de Drieteenstrandloper.





Windkracht 5 is in het binnenland hooguit een briesje, op de zuidpier is het een uitdaging. De camera kun je niet stilhouden in de wind en bovendien moet je je apparatuur zien te beschermen tegen overbuizend zeewater. In de achtergrond een werkeiland, bezig met het plaatsen van nieuwe windmolens.





Vanwege de harde wind is deze Steenloper verdreven van de basaltblokken en hij kijkt óp de pier eens even rustig rond waar hij eten kan vinden. Op de achtergrond het vuurtorentje aan het eind van de zuidpier.
Steenlopers zijn overigens buitengewoon tam. Toen ik ze op de grond aan het fotograferen was werd het ineens donker voor mijn lens: eentje liep er zo ongeveer mijn zonnekap in... Grappige ervaring.





Ik zoom een stukje uit omdat het mij met deze foto niet gaat om een zoveelste jaars Zilvermeeuw, maar omdat ik een stukje van de omgeving wil laten zien. Dat is het complex van Tata Steel, ofwel Hoogovens.





Ook hier ben ik meer gericht op de achtergrond, dan op de twee Steenlopers. Die kleuren zijn van een schip dat de monding van het Noordzeekanaal in vaart.





Geen dam of kust of ik ga op zoek naar de Paarse Strandloper. Helemaal niet schuw, maar zo volstrekt onopvallend dat het soms moeite kost om ze te ontdekken. Foto in pal tegenlicht, dus met weinig kleur.





Nou, dat lukt me lang niet altijd. In tegenstelling tot de eerder beschreven vogels houdt deze absoluut niet van poseren of bekeken worden. Ik ben dan ook blij verrast dat hij even blijft zitten: de Oeverpieper. Hier kijkt hij wantrouwend naar mensen die op de pier voorbij lopen en heeft hij even geen oog voor mijn telelensje dat achter een betonblok vandaan priemt. Ze eten - zag ik - een soort zee-pissebedden.





Op weg weer naar de auto weet ik even niet wat ik daar op een sukkeldrafje over het strand zie lopen...





Gelukkig maar; elk huisdier heeft een baasje in dit land.


zondag 14 november 2021

Even iets moois nr. 452 - Dagje Kraanvogelen

Tja, het is weer november en dus de periode dat de Kraanvogels vanuit Scandinavië zuidwaarts trekken en met tienduizenden een pitstop van een paar weken maken onder Bremen.





Ik begin, ter introductie, maar even met een portret van de Kraanvogel. In Nederland broeden sinds 2001 enkele paren; vooral in Drenthe en de oostelijk gelegen venen. Razend schuw zijn ze; 'alert' zegt het vogelboek.





Met tienduizenden foerageren ze in het gebied en dan kun je dit soort verre groepen zien. Ze zoeken op de stoppelakkers naar achtergebleven korrels mais.





Het zijn de meest schuwe vogels die ik ken. Een nadering op 150 tot 100 meter zorgt vaak al dat ze op de wieken gaan. Voor deze foto hing ik trouwens half uit de rijdende auto waarvan het stuur gelukkig even werd vastgehouden door mijn behulpzame eega.





Zoveel Kraanvogels en dan zou je denken: op elke akker vind ik ze. Dat is niet zo. Een gebied van pakweg 30 bij 30 kilometer is toch bij elkaar 900 vierkante kilometer, en omdat ze zich graag op afstand houden is het een heel gezoek. Hier twee jongen met één poetsende ouder.





Als we een gezinnetje aantreffen dat kort langs de doorgaande weg staat rij ik een stukje door, draai de auto, wacht tot ik in geen velden of wegen ander verkeer zie, scheur dan terug en plemp de auto in de berm. Raam open, en hopen dat ze nog heel even wachten met opvliegen. In dit geval lukte dat, tot onze grote verbazing.





Twee ouders met twee jongen op het Duitse boerenland. De Kraanvogels hebben een vaste trekroute. Hierna vliegen ze met z'n allen naar het Lac du Der in oost Frankrijk. Na ook daar een paar weken te hebben verbleven zakken ze af naar Spanje; sommige naar Afrika. In het voorjaar via dezelfde route noordwaarts, maar veel minder geconcentreerd dan bij de najaarstrek.





Even wapperen met de vleugels. Spanwijdte is zo'n 2,30 meter. De lokale bevolking is overigens zeer relaxed onder die kijkers en fotografen die het verkeer op de smalle boerenweggetjes hinderen. Vanaf hun trekker wachten ze even tot je wat ruimte maakt en zwaaien dan vriendelijk.





Twee volwassen vogels, het mannetje ietsje groter. Beide hebben - ik weet niet of je het kunt zien - een klein rood petje. Die slordige bos veren aan de achterkant is niet de staart. Het zijn de 'vingers' van hun vleugels zoals je die kunt zien op de volgende foto.





Vanuit Nederland worden meerdaagse excursies en workshops georganiseerd naar dit gebied. Dé trekpleister is vooral de ochtend- en avondschemering. In grote groepen vliegen de Kraanvogels dan van of naar hun slaapplek, een stukje moeras waar ze met de voetjes in het water kunnen staan. Dat doen ze in groepen van tientallen tot honderden exemplaren, luid toeterend en trompetterend. Een onvergetelijk gezicht en gehoor!

dinsdag 9 november 2021

`Even iets moois nr. 451 - paddenstoelen natuurlijk!

Afgelopen vrijdag toog ik de bossen in tussen Hilversum en Baarn. Leo van Breukelen vergezelde me en waar we toch beiden hetzelfde gezien moeten hebben, kwamen we met totaal verschillende foto's thuis. Dat was op zich al een interessante ervaring.



Hier steekt de Parelamaniet zijn kop, of eigenlijk zijn hoed, boven het maaiveld uit. In tegenstelling tot veel andere amanieten niet giftig en - mits jong geplukt - goed eetbaar. Ik maak een verre foto zodat die nog iets mee krijgt van zijn omgeving.





Een bundeltje Gewone Zwavelkopjes.





Ik hou van ruimte rond mijn onderwerpen en daarom kruip ik wat achteruit als ik deze Kastanjeboleet op de foto wil hebben.





We kijken hier tegen de onderkant aan van een Amethistzwam. Om voor de hand liggende redenen wordt die ook wel Rode Koolzwam genoemd.





Een groepje van de Echte Honingzwam. Je ziet ze veel, maar ik blijf ze mooi vinden. Eigenlijk altijd met meer en in verschillende stadia van groei.





Je snapt letterlijk niet wat je ziet. Het zou moderne kunst kunnen zijn, uitgevoerd in was. Volgens mij is het een verzameling van de Sombere Honingzwam op een omgevallen boom. Fascinerend hoe ze zich met elkaar verbinden in hun laatste levensfase. 





Ik denk dat dit de Porseleinzwam is, hoewel ik die niet anders ken dan wit van kleur. Dit combineert mooi met de achtergrond.





Alvorens een foto te maken van iets wat ik zie kijk ik altijd naar de achtergrond. Wil die een beetje mee kleuren? Is die 'leeg?' Dan is voor mij ook een simpele Mycena (daar zijn er veel van; allemaal van die kleine hoedjes) interessant om even wat tijd in te steken.





Hoewel ik over het algemeen van lichte tot heel lichte foto's hou, maak ik hier graag een uitzondering voor de Stevige Braakrussula op een donker plekje in het bos. Dit is wel echt de sfeer van een paddenstoelenbos.





Eigenlijk had ik kunnen beginnen met deze foto, die ik maakte aan het begin van de dag. Nog net is de zonneharp te zien, maar mooier had het geweest wanneer de nevel nog ietsje dichter was.