zondag 24 februari 2019

Even iets moois nr. 349 - Langs de Zuid-Hollandse eilanden

De vogelvrije vrijdag voerde ons naar de Zuid-Hollandse eilanden. Ik hoopte eindelijk weer eens de strandleeuwerik voor de lens te krijgen, en begon daarom bij de Kwade Hoek. Straks meer daar over.





De mooiste foto van de dag maakte ik op de Brouwersdam. Toen we daar aankwamen zat het potdicht van de mist, maar na een bak koffie met Zeeuwse bolus bleek het een stuk helderder. Met enig speuren vond ik deze Paarse Strandloper. Een beetje introvert vogeltje; met zijn rustige gedrag en weinig opvallende pak valt hij weg tegen de aangegroeide basaltblokken.





Eenmaal gevonden klauter ik naar beneden, in de lijn waar ik verwacht dat de vogel naar toe scharrelt. Door heel stil te blijven zitten rommelt hij dan inderdaad op luttele meters voor me langs. Altijd weer bijzonder om mee te maken. Ik blijf ze sympathiek vinden, die Paarse Strandloper. 's Zomers moet je ervoor naar de Noorse kusten of IJsland.





Deze jolig gekuifde zwemmer is een man Middelste Zaagbek. Ook een wintergast, die broedt in Scandinavië en Siberië. Zijn grotere broer, eveneens hier te gast in de winter, vinden we meer in het binnenland, maar de Middelste zie je vooral langs onze kust.





Een vogel om het op te leren, zeg ik altijd maar: de Steenloper. Een typische wintergast die massaal voorkomt langs onze kust. Een levendig beestje en niet schuw. Redelijk te benaderen, maar het best is 'm gewoon op te wachten. Zie je er een, dan is de rest van de familie niet ver weg.





Voedsel vindt de Steenloper op en tussen de stenen van dammen en pieren. Deze heeft nog (of al?) wat bruine veren van zijn zomerkleed.





Aan de kust vinden we ook grote groepen Scholeksters. Nog een paar weken en dan bevolken ze weer onze polders.





Zeehonden zijn nieuwsgierige aagjes. Allicht te zien rond de spuisluis in de Brouwersdam. Een keer zag ik er wel zeven tegelijk; gewone en grijze zeehond door elkaar. Die laatste is een stuk groter.





Altijd ver op zee (telescoop mee!) en een bekende van elke vogelaar: de Roodkeelduiker. Kenmerkend is de schuin omhoog gehouden snavel waardoor ze makkelijk te herkennen zijn. 's Zomers moet je ervoor naar het noorden. Ze hebben dan inderdaad een rode keel en zijn ook overigens zo mooi getekend dat het je de adem beneemt.





Een Zilvermeeuw heeft een smakelijke buit gevonden die hij in een paar happen leeg slobbert.





Ah, een Grote Zeldzaamheid die zich overigens elk jaar wel even laat zien: de Zwarte Zeekoet. 's Zomers volledig zwart, in de winter gehuld in grijzen. Vertoeft meer onder dan boven water en duikt dan van alles op. Leuk om hem op je jaarlijstje te hebben.





Maar zoals gezegd begon de dag aan de Kwade Hoek, onderdeel van de Goereese duinen. Zeer fraai, erg rustig ook, veel vogels en in de winter altijd de habitat van de strandleeuwerik en ijsgors. En daar ging het me om. Maar na een paar uur ploeteren door los zand en ingespannen zoeken tussen de lage begroeiing begon het fiasco van deze missie tot me doo.. Ik bedoel eigenlijk te zeggen: na een heerlijke wandeling met havik, goudvink en cetti's zanger staken we (bijna zonder natte voeten) de slenk over die ons scheidde van de duinen en de parkeerplaats, en reden vervolgens richting Brouwersdam. Ja, zo ging het.

zaterdag 9 februari 2019

Even iets moois nr. 348 - dagje vogelhut

Weer eens een dagje geboekt in HBN hut nr. 3, in het Sallandse bos- en heidelandschap. Het zou fors gaan regenen, maar dat viel mee. Een dag stilzitten zorgt dat je tot op het bot verkleumd raakt, maar prettig gezelschap maakte dat ik dat nauwelijks voelde.





O, dat is toch wel heel schattig: twee Pimpelmezen die samen badderen.





Waar je ook bent, de Vink is er altijd. Hier een man op zoek naar de lekkernijtjes die we hebben uitgestrooid.





Maar deze zien we toch lang niet altijd: de Zwarte Mees, een echt bosvogeltje. Heeft best een grote kop voor zo'n klein lijfje.





Nóg eentje dan, zodat u nooit meer vergeet hoe de Zwarte Mees eruit ziet. Klein, rusteloos en een beetje nonchalant in het verenpak.





Zó standaard dat het een beetje cliché begint te worden, maar toch blijf ik altijd mijn lens richten op een Grote Bonte Specht die aan de zijkant van een stam naar eten zoekt. Ik krijg er nooit genoeg van en zeg nou zelf: u toch ook niet?





Hier dezelfde Grote Bonte Specht op zoek naar het vet dat we voor hem hebben verstopt. Zijn rode kruin vertelt dat het een man is.





Nóg een echt bosvogeltje: de Glanskop. Altijd in beweging, dus het is een hele kunst om er een scherpe foto van te krijgen. Zeker bij donker weer die een hoge ISO nodig maakt.





Nog een de Glanskop. Als hij zo - een beetje in elkaar gedoken - zit dacht ik even dat het een matkop zou kunnen zijn. Maar zijn opgewekt 'witjoe-witjoe' maakte aan elke twijfel een einde: gewoon de glanskop.





Ook een vogel waar ik nooit genoeg foto's van heb: de Roodborst. Mooi hoe zijn rug hetzelfde kleurt als de boomstronk.





Eén of twee portretjes van de Koolmees voeg ik graag aan mijn collectie koolmeesfoto's toe.


Al met al een frisse belevenis waar ik erg van heb genoten.


zondag 3 februari 2019

Even iets moois nr. 347 - Sneeuw in park en polder

Ik wist niet zo goed waar ik de beste kans had op een aardig plaatje met wat sneeuw, dus begaf ik me in eerste instantie naar een stadspark in Utrecht. Een vink of koolmees op een besneeuwde tak; alles wordt mooi met de juiste omstandigheden.





Zoiets dus: een zaadjes knabbelende Goudvink. Had van mij best 20 meter dichterbij gemogen, maar een park is geen vogelhut tenslotte. We doen het maar met wat er is.






Ook een doodgewone Koolmees wordt bijzonderder op een besneeuwd takje. Ondanks de winterse omstandigheden hadden de vogels al best het voorjaar in de kop. Je zag het aan de manier waarop ze elkaar achterna zaten, en ook bijna agressief hun liedje zongen.





In de loop van de ochtend begon het toch echt te dooien, dus nog gauw een plaatje van het struikgewas.





Een mooi gezicht, die aangekoekte bomen langs het pad.





Vrijwel niet te fotograferen, die Staartmezen. U kent ze vast vanuit uw eigen tuin; hyper-actief, altijd met minstens 6 en binnen een minuut of drie is de hele groep alweer in de tuin van de buurman.





Een fraai gezicht, zo'n verweerde boom.





Hoog in een boom houdt een Gaai me in de gaten. Mooie kleuren heeft die vogel toch.





Hé, nog nooit gezien: een Ekster verstopt iets eetbaars in een holletje in de sneeuw. Niet heel zinvol lijkt me en daar zal hij in de loop van de dag zelf ook achter gekomen zijn...





Gauw nog even kijken in de polder, maar daar is het erg rustig. Deze Blauwe Reiger stapt vastberaden door de sneeuw, onderweg naar nergens.





Een Fazant kruist mijn pad. Nog steeds staat hij te boek als 'exoot' omdat hij in een ver verleden is geïmporteerd voor de jacht. Inmiddels niet meer weg te denken uit het Hollandse landschap.





Dit is een flutfoto, en deze vogel zou ik graag nog eens deftiger voor de lens krijgen: de Keep. Houdt zich 's winters op tussen de vinken en scharrelt tussen het afgevallen blad naar zaadjes en nootjes. Je vindt 'm hoofdzakelijk in het bos, maar ik hoor ook wel van mensen die hem in de tuin aantreffen. Het staat hem goed, dat oranje pak.





Had ik het net over exoten, hier nog zo een: de Rosse Stekelstaart. Waarschijnlijk ooit ontsnapt uit een volière, maar weet zich in kleine aantallen goed te handhaven in onze lage landen. Er gaan stemmen op om hem uit onze fauna te elimineren, maar veel kwaad doet het diertje volgens mij niet.