zaterdag 28 december 2019

Even iets moois nr. 379 - De mislukkingen van afgelopen jaar

Tja, veel ging er goed, maar veel meer ging dat niet. Mijn streven om niet meer dan 10 tot 15% van alle gemaakte foto's over te houden haal ik soms wel erg makkelijk. Daarom hier een kleine bloemlezing van wat ik alleen maar bewaarde voor een eindejaarsblogje.





We beginnen maar in eigen tuin. De Roodborst zat prachtig tussen de blaadjes, maar zette net af toen ik de ontspanknop indrukte.





Tja, dit is eigenlijk technisch bezien niet een mislukte foto, maar wel een mislukte missie. Meerdere keren bezocht ik dit stukje bos in Hilversum om er zicht te krijgen op een Bosuil die daar resideert. Helaas wisten voorbijgangers te melden dat hij er echt nog wel zit, maar al die keren dat ik er was had hij zich blijkbaar diep in zijn boomhut teruggetrokken. Jammer toch.





O, en dan die Pestvogels. Al in november gearriveerd en ze trokken een horde bekijks. Ik maakte er mooie foto's van en als deze scherp geweest zou zijn had het ook een fraai plaatje geweest.





Vanuit onze schuur probeerde ik de mezen te fotograferen tegen een achtergrond van fraai gekleurde herfstbladeren. Soms ging dat goed, soms ook niet.





En hetzelfde verhaal gaat op voor de Groenlingen die ik lokte met zonnepitten. 





Rond de Reeuwijkse plassen was ik op zoek naar ringslangen, toen ineens deze Fazant een slootje over vloog. Ik was alert en op tijd, maar de apparatuur te traag...





Op Texel was ik op zoek naar de morinelplevier (ook gezien in de verte) toen iemand vertelde dat er een Fluiter zeer actief zat te zijn in een stukje bos. U ziet het: ik vond 'm! En actief dat hij was...





Dit is wel een heel vreemd plaatje. Ik moest twee keer kijken of het niet een van de kleinkinderen was, maar bij nader inzien springt een aap net van een paaltje als ik afdruk.





Leuk hoor, bíjna thuis gekomen met een Glanskop op een mooie stronk.


zondag 22 december 2019

Even iets moois nr. 378 - Het regenwoud

Na ons bezoek aan de woestijn kregen we nog de gelegenheid om op weg naar huis een tussenstop te maken in een eenzaam stukje regenwoud. Dat werd een bijzondere ervaring. In de klamme warmte hoorden we van alles zingen, roepen, sissen en gillen, maar krijg het maar eens voor de lens. Het weelderige groen verborg een grote rijkdom aan leven - af en toe zeilde een rode ibis of zelfs een vliegende hond over - maar slechts enkele keren lukte het daar zicht op te krijgen.






Met veel gekraak en gefladder landt een Manenduif op een dikke tak. Zijn verenpak bestaat uit zeker wel 50 tinten groen, een perfecte schutkleur tussen het gebladerte.





Ook weer die perfecte schutkleur: de Groenvleugelduif.





Langs de zandige bedding van een rustige rivier zien we plots een Capibara met jong. In de inheemse taal van die streek betekent dat "heer van het gras." Dan weten we gelijk wat het hoofdbestanddeel is van zijn maaltijd.





Een Irena laat zich even zien. Een erg blauwe vogel die desondanks niet verwant is aan onze Pino.





Als deze wegvliegt weet je niet wat je ziet; de vogel heeft een fel oranje rug, hier grotendeels bedekt door de vleugels. Het is de Roodrugbuidelspreeuw en hij heeft het niet zo op fotografen.





Door hem heel voorzichtig te benaderen lukt het me om deze Malachietvlinder op de plaat te krijgen.





Pas van dichtbij zie ik dat de kop op een andere plek zit dan waar ik hem eerst dacht. Het is een Zebramalachietvlinder, ook weer zo'n bewoner van vochtige regenwouden.



zaterdag 14 december 2019

Even iets moois nr. 377 - De Sonora-woestijn

Een buitenkans: we kregen de gelegenheid om tegen een zacht prijsje vogels te gaan kijken in de Sonorawoestijn. Een deels desolaat gebied met zand, gruis, rotsen en cactussen, en aan de randen wat armetierige struiken. Het werd een mooi avontuur, dat we ook nog eens konden combineren met een bezoek aan het regenwoud. Maar dat komt een volgende keer.





In het stekelige struweel vindt mijn lensje met enig geduld deze mevrouw Gele Kernbijter. Haar zware snavel vertelt al dat dat ze pitten en zaden kraakt om bij het binnenste te kunnen komen.





Dit is een Konijnuil. Ze broeden in holen die ze uitgraven in de grond. Hij lijkt sterk op onze inheemse steenuil, maar is iets groter.





Een mooie Gors, die zomaar even wilde poseren.






Heel even hebben we een blik op deze Renkoekoek, dan rent hij weg; hij is nog meer verrast dan wij, wanneer we om een hoekje komen. Zoals de naam al doet vermoeden is hij vaker op de grond te vinden dan in een boom.





O, da's toch wel een heel mooi vogeltje: de Mexicaanse Roodmus. Met een beetje volharding en een dosis geluk zijn in Nederland ook wel roodmussen te zien. In de trektijd zijn er altijd wel een paar te vinden in onze duinstreek.





In hetzelfde bosje houdt zich een Purpergors op. Een kleurrijk zangertje, maar hij zorgt er altijd wel voor dat hij achter een paar takjes blijft. Een verlegen beestje eigenlijk, ondanks zijn uitbundig verenpak.





Mevrouw Rode Kardinaal laat zich in alle rust bewonderen. Ze is ook beslist mooi in dat ingetogen kleed.





Hij staat op het punt van wegvliegen: de Witvleugelduif. Vooral in het voorjaar in de woestijn te vinden, waar ze zorgen voor de bestuiving van de saguaro-cactussen.





Jawel, hier nog de man Rode Kardinaal. Gek eigenlijk, want ondanks zijn opvallende kleur valt het nog niet eens mee om hem te ontdekken in het dichte, dorre struweel. 

zondag 1 december 2019

Even iets moois nr. 376 - Ransuilen!

Afgelopen vrijdag was niet vogelvrij maar voor de baas;  op zaterdag moest de caravan schoon en naar de stalling gebracht. Maar bijna aan het eind van die zaterdagmiddag zag ik toch nog een gaatje om een bezoek te brengen aan een dorp in de omgeving, waar naar verluidt zomaar een 30 ransuilen op een kluitje zouden zitten. Wil het met de bosuil niet lukken, dan misschien de ransuil.





Dat werd lachen. We staan nog maar aan het begin van de straat als we het fenomeen zien: in ongeveer elke boom in die straat zien we dikke of langwerpige dotten afsteken tegen de lichte lucht. Overal waar je kijkt: Ransuilen! Hier eentje, daar drie, verderop zeven.





De een zit te dutten, de ander kijkt verstoord omlaag omdat er een skateboarder langs dokkert.





 De een zit open en bloot op een niet al te hoge tak, de ander lijkt zich te verstoppen door zich tegen de boomstam te drukken.






Wat ze gemeen hebben: allemaal hebben ze de oren overeind. Ze blijven kennelijk graag op de hoogte van wat zich beneden op straat afspeelt.





De overdaad is zo groot dat we bijna niet kunnen kiezen waar te beginnen. Aan de andere kant: de zon staat al laag dus met een half uurtje is het gedaan met de mogelijkheden. Fluks aan de slag dus en de camera omhoog gericht.





Aan deze foto kun je zien waarom er best aardig wat Ransuilen zijn, terwijl hele volksstammen ze toch over het hoofd zien. Wij hebben er in ieder geval een drie kwartier erg van genoten.


zondag 24 november 2019

Even iets moois nr. 375 - Van tuin, bos en polder

Nu het weer wat kouder wordt heb ik de tuin wat aangepast. Hier een stronkje, daar een tak; verder een camouflagekleedje met een gat voor de lens. Doel was wat tuinsoorten te fotograferen met de herfstkleuren als achtergrond. Soms lukt dat.





Een Koolmees. In de achtergrond speelt het zonlicht door de herfstbladeren. Er zijn veel vogels die ik het liefst op de plaat zet met hun rug naar me toe. Omdat de tekening daarvan soms mooier is dan de kleuren van de borst.





Pimpelmezen hebben altijd mijn sympathie, hoeveel foto's ik er ook al van heb. Het is en blijft een mooi, subtiel gekleurd vogeltje met een actief gedrag. Soms klikt mijn camera nog als de vogel allang is gevlogen...





Ja, dit is zo'n gast waar ik graag een uurtje of wat voor zit te koukleumen. Ook hier vind ik de rug erg mooi, met dat grijs, zwart en die gele streep. Groenlingen zijn gek op zonnepitten; ze eten zowat de oren van mijn hoofd. En maken een vreselijke bende op het straatje.





Voor de zoveelste keer was ik op zoek naar de bosuil, die hier écht ergens moet zitten. Weer gaf hij niet thuis, het is om moedeloos van te worden. Zeker als er dan mensen met honden langs lopen die opbeurend zeggen: "O, vanochtend zat hij nog mooi in het zonnetje..." Grrrrrr….





Omdat we toch in het bos zijn toch maar even geconcentreerd op de herfstkleuren. Het wordt al dunner en met een of twee weken zal het allemaal wel zijn verdwenen.





In de polder tref ik deze Kauw. Door het tegenlicht komt die grijze nek niet zo uit de verf, maar dat groengrijze oog doet me altijd wel wat.





Dat is dan ook weer grappig. In een veld vol uitgebloeide zonnebloemen houden zich veel mezen op. Het is toch een heel decoratief gezicht zo, deze Koolmees in tegenlicht, die even achterom kijkt?





Als ik in de polder een Torenvalk zie die staat te bidden, dan stop ik altijd. Ik wacht dan even om te kijken of hij wat vangt en of hij dan zo vriendelijk wil zijn om dat dichtbij de auto te gaan verorberen. In dit geval was de vangst gelukt maar landde mevrouw Torenvalk een stukje verderop. Toch dicht genoeg bij om te zien dat het lot van de muis niet te benijden is.





Zo onverwacht dat ik niet snel genoeg kan uitzoomen landt plots een Ekster in de heg naast de auto. Eén foto en dan is hij al weer weg, maar je kunt nog wel een beetje zien dat zijn vleugels blauw zijn en zijn staart groen. Met een beetje zon op die delen is het werkelijk een schoonheid!


zaterdag 16 november 2019

Even iets moois nr. 374 - Van gewoon naar zeldzaam

Heeft u dat nou ook? Net wanneer de eerste nachtvorst wordt gemeld; als je voelt dat de kou in je neus bijt; dat je merkt dat het laat licht wordt en vroeg donker; en dat je dan denkt, met een stille hoop en bijna angstige verwachting: het zou weer kunnen gebeuren... Vorig jaar niet, maar dit jaar... En dan? Dan wordt je half november al op je wenken bediend: er zijn Pestvogels gesignaleerd!





Ja, best zeldzaam. Pestvogels. Beetje akelige naam, maar vroeger associeerde men zijn verschijning met een in aantocht zijnde pestepidemie. Bohemian Waxwing is zijn Engelse naam en zijn bijnaam hier is lakvogel. Dat verwijst naar die mooie gele en rode vlakjes op zijn slagpennen, overigens alleen aanwezig bij volwassen exemplaren (check foto's hierna.)





Het zijn zgn. invasievogels, net als bijv. de kramsvogels en koperwieken. Maar met zoveel zijn de Pestvogels nooit. Kleine groepjes van misschien een keer 20 exemplaren overwinteren hier en plunderen onze bessenstruiken. Ze zijn best honkvast. Zitten ze er eenmaal, dan blijven ze meestal weken op dezelfde plek.





Zodoende trekken ze dagelijks massa's vogelkijkers en -fotografen, dit tot verbijstering van de lokale bevolking. Het zijn absolute schoonheden, met hun kuif, gekleurde vlakjes en dat boevenmasker. Zouden ze een strenge winter aankondigen?





Nog eentje dan. Wie weet krijg ik ze deze winter niet meer voor de lens.





Dat bedoel ik: gewoon hè. Een Ekster, een schaap, een weiland. Tja, hoe gewoon wil je het hebben. Zo gewoon zag ik het nooit eerder...





Een Ransuil. 's Winters zoeken ze elkaars gezelschap. In deze boom telde ik er maar liefst 24, maar alleen deze zat een beetje vrij. Hij knapte een uiltje, maar omdat ik weet dat vogels vaak maar korte slaapjes maken wachtte ik even.





En inderdaad werd hij een kwartiertje later wakker. De aanblik van de op hem gerichte camera stemde hem niet echt zachtmoedig, aan zijn oogopslag te zien.





Jaja, ook zeldzaam. In een Zuid-Hollandse polder bivakkeren maar liefst zeven Koereigers. Zoals de naam al doet vermoeden foerageren ze graag tussen de ehhhh schapen.



 

Het zijn leuke, kleine reigertjes, met een vrij actief gedrag. Ze draven over het weiland en jagen op alles wat beweegt. Nou ja, nu even niet.





Heeft u dat ook? Ik heb van mijn leven nog nooit zoveel Roodborsten gehoord en gezien. Het lijkt wel of elke boom zijn eigen roodborst heeft. Waarschijnlijk trekt onze Hollandse populatie niet weg, terwijl er wel noorderlingen bij komen.





In de schitterend gekleurde bossen ben ik op zoek naar de bosuil. Omdat ik hem niet vind fotografeer ik wat ik vermoed dat zijn woonplaats is. Je zou bijna willen ruilen...