Dit najaar zien we werkelijk een explosie van paddenstoelen. Waar je kijkt of loopt, overal zie je zwammen, boleten en hoeden. Als herfstkind geniet ik altijd buitensporig van dit jaargetij; vele honderden meters leg ik af, kruipend over de vochtige bosgrond. Ik laat u meekijken met wat ik dan allemaal tegen kom.
Tja, zo'n plaatje zegt toch wel ongeveer alles. Een tapijt van herfstbladeren; een waterig zonnetje, gefilterd door het geboomte; de geur van vocht en versterf. En op de voorgrond een paddenstoel, trots in zijn vergankelijkheid. Het is de Gewone Heksenboleet, een vrij algemene soort (die ik overigens nooit eerder had gezien.)
U kent ze wel, die schelpjes aan de zijkant van een omgewaaide, rottende boom. Dit is het Gewoon Elfenbankje en die zie je overal.
Er zijn van die paddenstoelen waarvoor je echt met je neus op je schoenen moet lopen, anders zie je er finaal overheen. Zoals deze mini's, de Witte Taailing.
Mooi hè, zo'n beukenlaan.
Het Geweizwammetje, een dreumes van luttele centimeters, maar o zo fotogeniek. Zie je de druppeltjes aan de uiteinden?
Hele volksstammen zoeken en zien alleen maar de 'rood met witte stippen.' Een collectief maar relatief onschuldig foutje in ons aller opvoeding.
Ook een fraaie: de Zwartwordende Wasplaat. Zijn hoed lijkt ingesmeerd met een soort gelei. Hij is zwak giftig.
Onmiskenbaar: de Grote Sponszwam. Een frommeltje waar je makkelijk overheen kijkt.