zondag 24 oktober 2021

Even iets moois nr. 450 - Deining

De vrijdag bracht mij naar de Brouwersdam. De uiterst matige weersvoorspelling trotserend kon ik genieten van veel wind, water, stuivend zand, zon en heftige buien. Zeer genoten van dit alles, temeer daar er van alles aan interessants was te zien.





Heel gewoon natuurlijk, een Kokmeeuw in winterkleed. Door vanaf de grond te fotograferen lijkt hij in een zandstorm te staan. Dat was niet zo.





Nou ja, beetje klein maar best bijzonder omdat ze meestal verder uit de kust zitten: de Zeekoet. Hij duikt door zich met zijn vleugels onder water te duwen.





Eveneens in de woelige baren houdt zich een Roodkeelduiker op. Zeer bijzonder dat hij zich zo dicht onder de kust waagt; meestal heb je een telescoop nodig om ze te kunnen ontwaren. Ook opmerkelijk dat hij zich al hier vertoont, terwijl hij nog niet volledig is geruid naar het winterkleed. Het restant van zijn rode keel is nog duidelijk zichtbaar. Zodoende is het de smaakmaker van de dag.





We rijden een stukje landinwaarts, op zoek naar patrijzen. Die vinden we niet. Wel deze Kleine Zilverreiger. Vooral te zien langs onze kust, vrij zelden in het binnenland.





Een groep Wulpen peurt met de lange gebogen snavel in de grond en scharrelt zo het kostje bij elkaar.





Grote Mantelmeeuw, en hij is dan ook echt groot zoals te zien is tussen de onvolwassen zilvermeeuwen. Mooi, dat rode randje rond het oog.





Weer terug op de dam blijkt het inmiddels vloed geworden. Golven en schuim slaan hoog tegen de flanken van de dam, waardoor zijn bewoners gedwongen zijn een rustplekje te zoeken zo ongeveer op het wegdek. Handig, want zo hoef ik niet eens de auto uit om de Drieteenstrandloper te fotograferen.





Drieteenstrandlopers zijn meer dan schattige wintergasten. Hun grijs-wit flatteert ze geweldig. Je ziet ze óf hyper actief, óf slapend. Altijd met de ogen open, want het gevaar loert van overal.





Steenloper, ook al hoog op de dam. Hij lijkt een dronken pasje te maken, maar hij zet zich schrap tegen de wind.





Zeker een van mijn vogelvrienden: de Paarse Strandloper. Rustig, beetje introvert, niet schuw en met een perfecte schutkleur op basaltblokken die bekleed zijn met stenen en vastgekoekte olie.





O kijk, een Bontbekplevier. Iets groter dan een mus maar met een heel andere bouw. Leuk vogeltje dat ik graag sta opwachten wanneer ik hem aan zie komen scharrelen.





Scholeksters verlaten in de winter hun weiland of andere broedplek en concentreren zich langs de kust. Soms in grote groepen, zoals hier. Samen is gezelliger dan alleen.





Elk nadeel heb z'n voordeel. Je weet, als er mensen aan komen wandelen met een hond, dat alle vogels op de wieken gaan. Je kunt dus klaar gaan zitten met de camera schietgereed en dan is het een kwestie van op het juiste moment de knop ingedrukt houden en een beetje mazzel hebben. Mooi gezicht zo.

zondag 17 oktober 2021

Even iets moois nr. 449 - Amsterdamse Waterleidingduinen



De Amsterdamse Waterleidingduinen; liefkozend afgekort tot AWD. Het was alweer een poosje terug dat we daar geweest waren, en nu, de tijd van de bronst van de damherten, was het leuk er weer eens te zijn. Kilometers struinen, op zoek naar damhert en vos.





De Vos, daar liepen we toevallig tegenaan. Tenminste, we zagen een groepje van een stuk of tien fotografen die ingespannen stonden te wachten op, ja op wat eigenlijk. 'Kun jij haar niet effe roepen' vroeg een van de wachtenden aan een ander.





Nou, dat roepen had onmiddellijk effect. Uit het duinstruweel kwam een prachtige Vos aangewandeld, zoekend rondkijkend naar mensen met een rugtas...





Hoewel het streng verboden is worden vossen in de AWD gevoerd met hondenbrokken en eendagskuikens. Dit door fotografen die op deze manier hopen het plaatje van hun leven te kunnen maken, desnoods met de smartphone. De natuurlijke schuwheid naar de mens zijn ze zodoende volledig kwijt. Ze lopen gewoon te schooien om eten.





Een Fuut met een al erg groot jong. Opmerkelijk dat het jong al zo groot is, terwijl zijn kinderkleding doet vermoeden dat hij ver in de zomer moet zijn geboren.





Veel libellen zagen we nog. Vooral heidelibel en deze Paardenbijter. Het fotograferen van een vliegende libel is makkelijker dan je denkt. Ze blijven vaak een poosje 'hangen' op dezelfde plek, zodat een objectief met een snelle en nauwkeurige autofocus voldoende is. Die heb ik niet eens, dus kun je nagaan...





In dit jaargetij is het licht soms keihard. Ik vind het dan mooi om het onderwerp in pal tegenlicht te fotograferen. Zo'n Damhert krijgt dan een mooi licht randje, maar vooral de entourage wordt dan vaak prachtig. Een foto krijgt dan een diepte die je nooit bereikt met een plaatje voor het zonnetje af. Dit is toch geweldig?





Vechten is aardig op zijn tijd, maar toch even de tijd nemen om rustig te herkauwen.





Dezelfde bok als hierboven, maar nu wat uitgezoomd. Ik heb belicht op het donkere beest dat ook nog eens in de schaduw ligt. Daardoor is het zonnige deel van de foto zwaar overbelicht en moet je twee keer kijken om nóg drie bokken te kunnen zien. Ik hou van dit soort plaatjes.





Ik sluit af met een Vos zoals ik die het liefst zie: dit oogt natuurlijk en 'wild' waarbij je je kunt voorstellen dat de Vos van schuwheid uitwijkt voor een naderende mens.


zondag 3 oktober 2021

Even iets moois nr. 448 - In de polder

Zo tussen twee seizoenen in is de polder nog niet zo'n gekke plek om in de gaten te houden. De zomerbewoners zijn vertrokken, de wintergasten er meestal nog niet, maar wel kun je er trekvogels tegenkomen op hun route van noord naar zuid. Toch maar even een kijkje nemen dus.





Deels wintergast, maar er zijn steeds meer broedgevallen bekend: de Grote Zilverreiger. Foerageert hier tussen de schapen.





En die schapen kijken daar niet echt van op.





Nee, niet alle zomerbewoners zijn vertrokken. Hier de Gele Kwikstaart. Vooraan een adult, maar daar achter toch echt een jonkie van dit jaar.





Enigszins onverschrokken foerageren ze in het gras, heeeeel dichtbij die enorme koeienpoten. Ze zullen toch onderhand een ticket richting warme zuiden moeten boeken.





Nou, kijk zeg, nog een latertje: het Bruin Blauwtje. Vrij schaars, zegt de Vlinderstichting. Fraai getekend, klein vlindertje.





Een van mijn vaste vrienden in de polder: de Graspieper. Trekt niet weg en is dus altijd te bewonderen. Wel alert maar niet schuw.





O, dit is dan weer andere koek. Een vrouw Tapuit. Als broedvogel zijn ze wel zo ongeveer verdwenen uit ons land, maar in voor- en najaar kunnen we ervan genieten als ze op trek zijn. Alert én schuw, dus meer dan deze foto zat er niet in. Maar met het uitzicht op zo'n fraaie achterkant moet ik daar maar niet over mopperen.