zaterdag 16 september 2017

Even iets moois nr. 291 - De Passiflorahoeve

Er wordt een hele vrijdag regen voorspeld. Fluks naar Harskamp, waar de Passiflorahoeve garant staat voor urenlang vermaak met de macrolens. Naast veel bloemen hebben ze daar ook diverse vlindertuinen, waaronder eentje met gewoon inheemse soorten.






Zie ik iets moois, dan sla ik dat even op en ga dan op zoek of dat moois nog mooier wordt door een passende achtergrond en aansprekende compositie. Hier is dat goed gelukt.





Als iemand me daarop wijst duurt het toch nog even voor ik besef dat ik naar een rups sta te kijken. Het is zo ongeveer het meest merkwaardige beest dat ik ooit zag. Ik denk dat na het verpoppen hier de doodbladvlinder uit komt.





Alweer zo'n schoonheid. Omdat de kassen deels uit fijn gaas bestaan regent het binnen heel fijntjes als het buiten giet. Deze vlinder heeft zodoende kleine druppeltjes op zijn kop en poten.





Nog een rups. Het merkwaardige patroon met 'ogen' moet hem vrijwaren van allerlei gedierte dat rupsen op het menu heeft.





Een aantal afleveringen terug liet ik de Schorpioenvlieg zien. Ik vroeg me toen niet af wat hij, met zijn vervaarlijke boorsnuit, graag eet. De vraag is echter bij deze beantwoord...





Wie kent hem niet: de Glasvleugelvlinder. Een grotendeels transparant beestje, dat ijl rondfladdert door de kas.





Dit is dan zo'n foto waarbij het jammer is dat er een andere kleur dan groen in zit.





In vlindertuinen is dit wel een van mijn favorieten. Met een beetje overbelichten blijft de vlinder donker genoeg, terwijl het omringende groen heel licht van toon wordt. Geeft een fraai effect. Die roze en rode vlekken in de achtergrond? Soms komen mensen die langslopen in kleurige regenjassen best van pas om wat extra kleur te geven aan een foto...





Zonder dat ik daar veel aan doe is het toch mijn wens een keer de Koninginnenpage mooi op de foto te krijgen. Dat kan bijv. door voor zonsopkomst naar de St. Pietersberg te gaan en je daar een ongeluk te zoeken op en aan de waardplanten van deze vlinder. Maar dit kan ook. De fijne regendruppels die in de kas vallen geven het idee dat je werkelijk 'in het wild' aan het fotograferen bent. Vanwege de weinige zon en de regen zijn de vlinders niet vliegerig en kun je in alle rust je plaatje maken.





Nóg eentje die schuilt voor de regen, lekker onder een breed blad.

Even iets moois nr. 290 - Dagje strand

Gisteren een dagje wezen vogelen in IJmuiden. Ik ben niet verder gekomen dan het stukje strand bij de zuidpier en heel even op de pier zelf. Urenlang schoof ik, camera op statief-op-laagste-stand voor me uit duwend, op mijn knieën over het natte zand, op zoek naar het mooiste plaatje. Als ik nu de foto's bekijk denk ik: GELUKT!





Ik begin maar gelijk met wat ik zelf misschien wel de mooiste vind uit de hele serie: een Drieteenstrandloper die zijn best doet iets eetbaars te peuren uit een verdronken mot. De spiegeling in het laagje water voegt dan toch weer wat extra's toe.





Voorover gebogen draai ik met de camera mee met de drieteenstrandlopers als de telelens plots iets heel anders vangt. Zonder dat ik het merkte is vlak voor me een juveniele Visdief geland. Enigszins wantrouwend kijkt hij naar me, maar voor hij weg vliegt heb ik al mijn plaatje.





Soms moet je maar gewoon geluk hebben. Terwijl ik me concentreer op de voorbij lopende Bonte Strandloper, wordt-ie ingehaald door een drieteen, terwijl achter hem een rosse grutto staat te pitten; uiteraard met de ogen open. Er zou eens een slechtvalk...





Ja, die Rosse Grutto... Het zijn broedvogels van noordelijke taiga's en toendra's, maar in het najaar trekken ze langs onder andere onze kust naar het zuiden. Of ze blijven hier gewoon hangen. Ze lijken natuurlijk veel op onze eigen poldergrutto, maar kenmerkend is de opwippende snavel van Rosse.





Dichterbij mag ik niet komen, bij deze juveniele Bontbekplevier. Fotogenieke beestjes, pleviertjes. In de lijst onderaan de blog kunt u op dezelfde naam klikken, dan ziet u een volwassen exemplaar.





Ineens zie ik het plaatje voor me: twee slapende rosse grutto's, met daarachter de skyline van Zandvoort. Pal tegen de zon, dus alles vervaagt. Nou, zoiets dus.





Zou je helemaal niets gezien hebben, dan bieden de altijd meewerkende Steenlopers nog de mogelijkheid je fotodag te redden. Door de camera op het beton te leggen lijkt het net of de foto op het strand is gemaakt, maar het is toch echt het wegdek van de zuidpier. De Steenloper doet zich hier tegoed aan de restanten van wat mosselen.





Hé, kijk nou! Een Roodkeelduiker (hier in grijs winterkleed, dus zonder rode keel) is vanuit noordelijke contreien afgedaald naar onze gematigde kust. Meestal zitten ze wat verder op zee, dus het is een verrassing dat deze zich zo dicht onder de pier ophoudt. Mooie, krachtige vogels, zeg ongeveer twee maal een fuut. Met die snavel kraakt hij makkelijk krabben en kreeften.





O, die had ik hier niet zozeer verwacht. Een juveniele Tureluur scharrelt rond op het talud van de zuidpier. Eigenlijk best een goeie schutkleur van deze polderjongen.





Met een man of wat staan we te mikken op een sneeuwgors, wanneer iemand komt vertellen dat er op het strand een Grote Jager zit. Een Grote Jager? Die sneeuwgors komt misschien nog wel, maar die jager willen we zien. Vanuit de verte ontwaren we al de donkere vlek, en dichterbij gekomen blijkt het inderdaad een adulte Grote Jager in een slordig verenpak.
Jagers zijn niet sympathiek. Ze zoeken een meeuw, stern of jan van gent uit die net wat heeft gevangen, en dan jagen ze die zo agressief na dat ze hun vangst weer uitbraken; de jager vangt dat dan in de lucht al op. Kleptoparasitisme heet dat en dat vind ik dan wel weer een erg mooi woord.
Het is behoorlijk bijzonder deze vogel staande op het strand te kunnen vastleggen. 'Ik moet mijn best doen om niet te gaan staan huilen' zegt een van de andere fotografen. Ik bedoel maar: vogelfotografie is pure emotie!





Dan toch nog even terug naar de Sneeuwgors. Al met al heeft het me zeker anderhalf uur gekost om uiteindelijk het beestje er een beetje netjes op te krijgen. Sneeuwgorzen vinden we 's winters langs onze kust, meestal in groepen. Deze eenling is waarschijnlijk de voorhoede van wat nog komt. Best vroeg eigenlijk, half september.