zondag 24 november 2019

Even iets moois nr. 375 - Van tuin, bos en polder

Nu het weer wat kouder wordt heb ik de tuin wat aangepast. Hier een stronkje, daar een tak; verder een camouflagekleedje met een gat voor de lens. Doel was wat tuinsoorten te fotograferen met de herfstkleuren als achtergrond. Soms lukt dat.





Een Koolmees. In de achtergrond speelt het zonlicht door de herfstbladeren. Er zijn veel vogels die ik het liefst op de plaat zet met hun rug naar me toe. Omdat de tekening daarvan soms mooier is dan de kleuren van de borst.





Pimpelmezen hebben altijd mijn sympathie, hoeveel foto's ik er ook al van heb. Het is en blijft een mooi, subtiel gekleurd vogeltje met een actief gedrag. Soms klikt mijn camera nog als de vogel allang is gevlogen...





Ja, dit is zo'n gast waar ik graag een uurtje of wat voor zit te koukleumen. Ook hier vind ik de rug erg mooi, met dat grijs, zwart en die gele streep. Groenlingen zijn gek op zonnepitten; ze eten zowat de oren van mijn hoofd. En maken een vreselijke bende op het straatje.





Voor de zoveelste keer was ik op zoek naar de bosuil, die hier écht ergens moet zitten. Weer gaf hij niet thuis, het is om moedeloos van te worden. Zeker als er dan mensen met honden langs lopen die opbeurend zeggen: "O, vanochtend zat hij nog mooi in het zonnetje..." Grrrrrr….





Omdat we toch in het bos zijn toch maar even geconcentreerd op de herfstkleuren. Het wordt al dunner en met een of twee weken zal het allemaal wel zijn verdwenen.





In de polder tref ik deze Kauw. Door het tegenlicht komt die grijze nek niet zo uit de verf, maar dat groengrijze oog doet me altijd wel wat.





Dat is dan ook weer grappig. In een veld vol uitgebloeide zonnebloemen houden zich veel mezen op. Het is toch een heel decoratief gezicht zo, deze Koolmees in tegenlicht, die even achterom kijkt?





Als ik in de polder een Torenvalk zie die staat te bidden, dan stop ik altijd. Ik wacht dan even om te kijken of hij wat vangt en of hij dan zo vriendelijk wil zijn om dat dichtbij de auto te gaan verorberen. In dit geval was de vangst gelukt maar landde mevrouw Torenvalk een stukje verderop. Toch dicht genoeg bij om te zien dat het lot van de muis niet te benijden is.





Zo onverwacht dat ik niet snel genoeg kan uitzoomen landt plots een Ekster in de heg naast de auto. Eén foto en dan is hij al weer weg, maar je kunt nog wel een beetje zien dat zijn vleugels blauw zijn en zijn staart groen. Met een beetje zon op die delen is het werkelijk een schoonheid!


zaterdag 16 november 2019

Even iets moois nr. 374 - Van gewoon naar zeldzaam

Heeft u dat nou ook? Net wanneer de eerste nachtvorst wordt gemeld; als je voelt dat de kou in je neus bijt; dat je merkt dat het laat licht wordt en vroeg donker; en dat je dan denkt, met een stille hoop en bijna angstige verwachting: het zou weer kunnen gebeuren... Vorig jaar niet, maar dit jaar... En dan? Dan wordt je half november al op je wenken bediend: er zijn Pestvogels gesignaleerd!





Ja, best zeldzaam. Pestvogels. Beetje akelige naam, maar vroeger associeerde men zijn verschijning met een in aantocht zijnde pestepidemie. Bohemian Waxwing is zijn Engelse naam en zijn bijnaam hier is lakvogel. Dat verwijst naar die mooie gele en rode vlakjes op zijn slagpennen, overigens alleen aanwezig bij volwassen exemplaren (check foto's hierna.)





Het zijn zgn. invasievogels, net als bijv. de kramsvogels en koperwieken. Maar met zoveel zijn de Pestvogels nooit. Kleine groepjes van misschien een keer 20 exemplaren overwinteren hier en plunderen onze bessenstruiken. Ze zijn best honkvast. Zitten ze er eenmaal, dan blijven ze meestal weken op dezelfde plek.





Zodoende trekken ze dagelijks massa's vogelkijkers en -fotografen, dit tot verbijstering van de lokale bevolking. Het zijn absolute schoonheden, met hun kuif, gekleurde vlakjes en dat boevenmasker. Zouden ze een strenge winter aankondigen?





Nog eentje dan. Wie weet krijg ik ze deze winter niet meer voor de lens.





Dat bedoel ik: gewoon hè. Een Ekster, een schaap, een weiland. Tja, hoe gewoon wil je het hebben. Zo gewoon zag ik het nooit eerder...





Een Ransuil. 's Winters zoeken ze elkaars gezelschap. In deze boom telde ik er maar liefst 24, maar alleen deze zat een beetje vrij. Hij knapte een uiltje, maar omdat ik weet dat vogels vaak maar korte slaapjes maken wachtte ik even.





En inderdaad werd hij een kwartiertje later wakker. De aanblik van de op hem gerichte camera stemde hem niet echt zachtmoedig, aan zijn oogopslag te zien.





Jaja, ook zeldzaam. In een Zuid-Hollandse polder bivakkeren maar liefst zeven Koereigers. Zoals de naam al doet vermoeden foerageren ze graag tussen de ehhhh schapen.



 

Het zijn leuke, kleine reigertjes, met een vrij actief gedrag. Ze draven over het weiland en jagen op alles wat beweegt. Nou ja, nu even niet.





Heeft u dat ook? Ik heb van mijn leven nog nooit zoveel Roodborsten gehoord en gezien. Het lijkt wel of elke boom zijn eigen roodborst heeft. Waarschijnlijk trekt onze Hollandse populatie niet weg, terwijl er wel noorderlingen bij komen.





In de schitterend gekleurde bossen ben ik op zoek naar de bosuil. Omdat ik hem niet vind fotografeer ik wat ik vermoed dat zijn woonplaats is. Je zou bijna willen ruilen...



vrijdag 1 november 2019

Even iets moois nr. 373 - paddo's II

De afgelopen vrijdagen maakte ik vooral foto's van paddenstoelen. Zoveel, dat ik er makkelijk 10 blogjes mee kan vullen, maar dat zal ik u niet aandoen. Twee lijkt me echter wel haalbaar, temeer omdat er weer bijzondere exemplaren te zien zijn.





Een paddenstoeltje dat groeit op een dennenkegel. Ik houd het daarom voor een Muizenstaartzwam. Hij is een 'saprofyt' zegt het Groot Paddenstoelenboek en dat vind ik zo'n intrigerend woord dat mijn fantasie er mee op de loop gaat. Stel dat je in de Jumbo een verre kennis tegen komt die fluisterend vertelt dat hij een saprofyt is, dan kun je hem eigenlijk alleen maar - vervuld van een meewarig afgrijzen - sterkte wensen en hopen op een goede afloop. Nou ja...
Dat zwarte stipje lijkt trouwens bij uitvergroten sterk op een teek.





Parelstuifzwammen. Je ziet ze niet zo gauw over het hoofd.





Altijd mooi, zo'n bospad tussen de herfsttinten.





De Witte Kluifzwam, eerder opvallend dan mooi. De hoed is 'onregelmatig gelobd en gekroesd' zegt het Groot Paddenstoelenboek, en zo is het maar net.





U zag het al, wed ik: de Gewone Krulzoom. Heeft eerst een platte hoed, maar die slaat in een paar dagen dubbel. 





Subtiel gekleurd, deze Roze Berkenrussula. De russula's vormen een grote familie in paddenstoelenland en veel soorten daarvan komen zeer geregeld voor in onze bossen.