zondag 25 juni 2023

Even iets moois nr. 518 - Libellen

De vogelvrije vrijdag meende ik te moeten besteden aan libellen, juffers en meer van dergelijk klein spul. Zodoende op pad met de macrolens op de camera. Best warm, temeer daar je toch veiligheidshalve een lange broek aan moet in het lange gras en tussen de struiken.






Belangrijkste doel was de Weidebeekjuffer en die vond ik. Maar ze waren schuw en lastig te benaderen. Ik kwam dan ook niet ver met de macrolens en moest met de grote tele deze foto maken. Dat gaat dan wel ten koste van de kwaliteit van de opname.





De Weidebeekjuffer behoort tot de sierlijkste onder de libellen en juffers. In de zomer te vinden langs of op zuurstofrijk water en graag in de volle zon.





Nogal algemeen: de St. Jansvlinder. Het is een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de bloeddrupjes.






Ik hoor wat gerommel in de struiken en zie brandnetels bewegen. Oorzaak is een Grote Groene Sabelsprinkhaan die zich onhandig springend een weg baant. Ik zie geen vleugels dus dit is dan misschien een jong exemplaar. Volwassen wordt hij zo'n 8 centimeter lang; de vrouwtjes beschikken over een legboor die soms ten onrechte met een angel wordt verward.





Het Groot Dikkopje is zeer algemeen in vochtige graslanden en ruigten.





De Gewone Honingbij. Zeer algemeen en tegelijkertijd bedreigd zoals alle bijensoorten. Een van de belangrijkste bestuivers van onze fruitbomen.





Een Soldaatje. Eveneens zeer algemeen en in deze tijd naarstig op zoek naar een partner.





O kijk nou, een Geringelde Smalboktor. Hij dankt zijn naam aan zijn geel met zwarte sprieten.





Mooi toch ook, de Snorzweefvlieg. Ik neem wel eens de tijd om ze vliegend vast te leggen, omdat ze vaak even stil hangen voor een bloem. Maar deze zit gewoon.





De Blauwe Breedscheenjuffer tijdens een romantisch tête-à-tête. Het is volop het seizoen waarop gewerkt wordt aan het doorgeven van de genen.


zondag 18 juni 2023

Even iets moois nr. 517 - De orchidee, de Zwarte Stern en de libel

Te warm en te zonnig. Desondanks slaagde ik er toch nog in wat leuke plaatjes te schieten. Zeg nou zelf...





Eigenlijk had ik het idee libellen te fotograferen en kijk: dat lukte! Alleen verdwijnt deze in de gulzige maag van een jonge Zwarte Stern. Dat het een Gewone Oeverlibel is/was zal waarschijnlijk weinigen interesseren...





Op de tweede foto van deze serie zien we de andere ouder Zwarte Stern het tweede jong voeren. Het eerste kind is nog steeds die grote libel niet de baas.





Maar goed, hier zien we de Viervlek, een zeer algemene libel met een prachtig goudkleurig lijf; eigenlijk oranjebruin, maar in de zon schittert het toch echt als goud.





Ik ben meer van de vogels dan van de planten, maar voor een mooie inheemse orchidee mag je me wakker maken. Deze trof ik in het Zwanenwater, precies zoals ik hem graag zie: achtergrond in de zon, bloem in de halfschaduw. Vraag is nu: wat zien ik? Akelig moeilijk, omdat orchideeën zich makkelijk kruisen. Ik hou het voor nu maar even op de Gevlekte Orchis.





Het Zwanenwater wolkt van de orchideeën momenteel. Ik neem er nu niet de tijd voor maar vorig jaar zag ik nog zeer zeldzame soorten. Hier waarschijnlijk weer de Gevlekte Orchisin volle bloei, al is rietorchis niet helemaal uit te sluiten.





Nog even terug naar de Zwarte Stern. Voor een broedplek zijn ze deels afhankelijk van vrijwilligers die in het voorjaar vlotjes te water laten. Vaak zetten ze er dan ook nog een stukje gaas omheen zodat niet de ganzen het vlotje kraken. De Zwarte Stern behoort tot de familie van de moerassterns, te onderscheiden van de grotere en krachtiger zeesterns.





Grappig wel: af en toe komt een van de ouders even boven het nest hangen om te inspecteren of alles in orde is. De jongen beseffen dat kennelijk, want ze sperren dan niet hun snavel open.





Het voedsel voor de jongen bestaat vooral uit libellen, maar ook andere waterdieren zijn welkom, meestal opgepikt van het wateroppervlak. Af en toe is er een visje, maar duiken (zoals een visdief) doen ze niet.





Ook zwart, maar geen stern. Ik zie tot mijn verbazing een Spreeuw die op de bladen van de gele plomp zijn kostje bij elkaar scharrelt. Af en toe nemen de sterns even de tijd om hem weg te jagen.





De Gewone Oeverlibel. Fraaie libellensoort, graag gegeten door de zwarte stern. Er zijn er kennelijk genoeg.

zondag 4 juni 2023

Even iets moois nr. 516 - tussen riet en wilg

De vogelvrije vrijdag begon met wilde plannen, maar uiteindelijk kwam ik niet verder de Zouwe Boezem en omliggende polders. En daar was meer dan zat te beleven.





De jonge Tjiftjafs zijn dan wel uitgevlogen, maar ze laten zich nog graag het voedsel in de snavel stoppen. En zeg nou zelf: het ziet er toch meer dan smakelijk uit...





Hier twee jonge Tjiftjafs van een ander gezin, eveneens wachtend op de bevoorrading.





Even wat kleurigheid hoor; een Putter in de top van een fruitboom.





Nou ja zeg, ik vraag me 's morgens nog af waarom ik nog geen Grauwe Vliegenvanger heb gezien, loop ik er zomaar eentje tegen het lijf! Leuke achtergrond, zo'n plaatstalen loods...





De Grauwe Vliegenvanger zit in de categorie Klein Bruin Vogeltje en is qua zang en gedrag volstrekt onopvallend. Toch makkelijk te vinden omdat hij vanuit een boom of struik telkens opvliegt om een (jawel) vlieg of zo te vangen.





De jubel van de Zanglijster meandert over de boomtoppen en is tot 's avonds laat te horen. Maar vooral in het wat vroegere voorjaar. Ik vermoed dat deze zingt omdat de ouderzorg inmiddels is afgelopen. Zelf zing ik ook vaker dan vroeger...





Hier kwam ik eigenlijk voor: de Purperreiger. Een nogal bijzondere verschijning, iets kleiner dan zijn neef de blauwe, maar heel apart gekleurd. Behalve dat zijn de dolksnavel en de slangenhals zeer kenmerkend.





Hij is vooral te vinden in de weidegebieden van Zuid-Holland en Utrecht, plus de kop van Overijssel, maar er zijn streken in ons land waar hij nooit gezien wordt.





Ach, kon ik u maar laten horen wat u hier ziet: de Bosrietzanger. Onooglijk van verschijning; houdt zich bovendien het liefst verscholen in het riet. Maar zijn zang is werkelijk ongeëvenaard. Een oneindige stroom van klanken, trillers, melodietjes, fluitjes en wijsjes in een verbluffende verscheidenheid. Hij is een imitator en leent van alles en overal wat hij hoort. En van koolmees uit Nederland tot weet ik wat in Afrika, hij brengt het allemaal. Overal te vinden waar riet en struiken staan, dus woon eens een concertje bij. Hoort u ooit uit het riet een geluid alsof iemand met zijn nagel over de tanden van een stalen kammetje roetsjt? Ik zeg u: Bosrietzanger!