zondag 31 juli 2022

Even iets moois nr. 485 - Het Groene Hart

We schuimden wat door het Groene Hart, de afgelopen vogelvrije vrijdag. Op zoek naar bijzondere gewone dingen en met een open blik vind je allerlei moois. Kijk maar.





Eerst maar even uit eigen tuin: de Steenrode Heidelibel. Elk jaar zie ik hem terug in onze tuin, jagend op kleine vliegjes. Een bijzondere verschijning met een heel aparte bouw, hier zittend op Kamsis (plant kan vanwege zijn onstuitbare tengelvorming rekenen op mijn diepe antipathie, die ik helaas niet deel met de mede-eigenaar van de tuin...)





En hier sta ik dan toch wel weer van te kijken. Dochterlief meldde dat er op een groen postzegeltje in de nieuwbouwwijk diverse soorten orchideeën staan te pronken. Daaronder de nu bloeiende Brede Wespenorchis, een soort dit ik nooit eerder had gezien en alleen al daarom hoog op mijn verlanglijstje stond.





Maar mijn verbazing gold vooral mezelf. Het plantje is vrij algemeen en ik moet er werkelijk honderden keren aan voorbij gelopen zijn zonder hem op te merken. Als verzachtende omstandigheid geldt dat hij weliswaar best hoog wordt, maar zo volstrekt onooglijk is dat hij alleen kenners of andere zoekers opvalt. Zijn kleurige schoonheid openbaart zich pas wanneer je van onderaf en dichtbij naar zijn bloemetjes kijkt.





Nou ja, gewoon een Fuut zou je zeggen. Maar het stille water dat groen de achterliggende bomen weerspiegelt, het tegenlicht, de kruidenrijke berm waar doorheen ik fotografeer maken het een schitterend tafereeltje, vind ik zelf. In een lichte euforie loop ik een half uurtje met het gezinnetje op en zeg 'dankjewel' als ik weer mijn weg vervolg.





Ik denk altijd dat moeder de rondvaart verzorgt en vader de bijpassende catering, maar dat weet ik niet zeker. Misschien wisselen ze het wel af.





Tuurlijk, het is weer het seizoen van juffers en libellen. Lange tijd leven ze als larve (nimf) onder water, en eenmaal uitgeslopen gaan ze als 'imago' door het leven. In beide levensstadia voeden ze zich met andere insectjes. Dit zijn overigens Lantaarntjes. 





Even een stukje anatomie dan: het achterlijf bestaat uit tien segmenten. De geslachtsorganen van het mannetje bevinden zich onderaan het tweede en derde segment; bij de vrouwtjes aan de onderkant van het achtste en negende. Dat maakt een ingewikkelde krul nodig bij de paring. We noemen dat ook wel een wiel of een paringswiel. Overigens kun je ze ook zo 'in copula' zien rondvliegen.





Ah, mooi zeg, een kakelverse Distelvlinder. Komt vanuit het zuiden ons land binnen, soms in zeer grote aantallen. Invasief, zeggen we dan, maar de hoeveelheid varieert sterk van jaar tot jaar.





Een Kleine Zilverreiger. Deze lijkt geïnteresseerd in zijn spiegelbeeld; mogelijk ook zoekt hij de gele sokken die hij vanmorgen schoon heeft aangetrokken. Je weet dat nooit precies, bij die Kleine Zilvers. Wat ik wel weet: je ziet ze een stuk vaker dan vroeger, en ook verder landinwaarts.





Hierboven staan nog heel jonge Fuutjes, deze is al in de puberteit. Hij kan zelfstandig zijn kostje bij elkaar scharrelen en kijkt vol zelfvertrouwen de wereld aan.

dinsdag 19 juli 2022

Even iets moois nr. 484 - van kikkers en eekhoorns

Een mens is toch een beetje een gewoontedier en zo overkwam het me dat ik sterk het voornemen kreeg een bezoek te brengen aan mijn kleine Brabantse vriendjes in De Brand en het Wandelbos. Het was sterker dan ik, dus: op weg naar een warm weerzien!





De Boomkikkertjes zaten op hun gemak te zonnen in de braamstruiken. En waar ik liep te puffen van de hitte, daar zaten zij te genieten van het felle zonnetje zonder te verbranden.





Mijn hoop is nog eens een foto te kunnen maken dat zo'n beestje óp een braam zit. Maar hoewel dichtbij, lukte het niet.





De Brand, grenzend aan de Loonse en Drunense duinen, is een natuurgebied dat rijk is aan van alles, waaronder vlinders (en muggen, maar daar ga ik het nu niet over hebben.) Ook zeldzame soorten, zoals de kleine ijsvogelvlinder. Maar hier zien we het Groot Dikkopje, een algemene verschijning.





De Boomkikker, beetje moeilijk verhaal. Er zijn verschillende populaties in Nederland, maar ik geloof dat ze van nature hier niet voorkomen. Ze zijn dus van elders meegenomen en hier uitgezet, maar ze worden ook wel weer gevangen door verzamelaars.





De plekken waar ze zitten wordt zorgvuldig geheim gehouden, maar ja, wat is geheim in ons kikkerlandje... Fotografen weten ze makkelijk te vinden.





De ochtend was voor de kikkertjes, de middag voor de eekhoorntjes. U weet het wel: in het Tilburgse Wandelbos bevindt zich een populatie van de Aziatische (of Siberische) Grondeekhoorn. Ooit achtergelaten (ontsnapt, zegt een andere lezing) omdat een dierenparkje werd ontmanteld.





Het zijn werkelijk schattige beestjes. Klein, actief, niet schuw, en hoewel ze ook gerust in een boom klimmen, zijn ze hoofdzakelijk actief op de grond.





Ze zitten graag op een lage tak om een nootje of zo te eten. Geweldige beestjes; dank jullie wel!

zondag 10 juli 2022

Even iets moois nr. 483 - Ondertussen in de polder...

Wie af en toe een kijkje neemt in onze polders, ziet dat ze barsten van het jonge leven. En uitgebluste - of stiekem toch opgeluchte - ouders. Maar je moet soms wel even zoeken tussen de uitbundige begroeiing. Dat deed ik dan ook maar.





Ik rij voorzichtig door de polder over een eenbaanswegje als ik iets zie wegvliegen. Ik stop, pak mijn verrekijker en volg de vogel. Tot mijn verbazing maakt-ie een rondje en landt dan vlak naast de auto, en dan zie ik ook pas wat het is: de Kleine Plevier. Leuke ontmoeting met een mooie vogel.




En van diezelfde Kleine Plevier zien we hier een jong. Nou ja, puber eigenlijk al. Zorgt helemaal voor zichzelf, maar dat doet-ie eigenlijk al vanaf zijn geboorte. De kenmerkende gele oogring is al goed te zien.
 





Nog helemaal in de ouderzorg: Meerkoet met jong. Zal wel een tweede nest zijn.





Ha, dat is wel duidelijk: kinderen uitgevlogen, even tijd om helemaal uit m'n dak te gaan. Gele Kwikstaart in herkenbare jubelstemming.





Jonkie Boerenzwaluw. Vliegt al goed maar is voor eten afhankelijk van zijn ouders. Die kwijten zich voorbeeldig van hun taak.





Ook in veel tuinen te zien: de Bloedrode Heidelibel. Hij blijft lang zitten en geeft mij daarmee de gelegenheid om wat te experimenteren met licht en achtergrond. Deze in tegenlicht met lichte, pastelkleurige achtergrond.





Dezelfde libel op een ander blommeke, nu voor de zon af wat 'vettere' kleuren geeft. Pastel of olieverf, kwestie van smaak natuurlijk.





Ik ben maar net op tijd om de Zwarte Sterns te fotograferen. De meeste hebben hun vlotjes al verlaten en zijn terug te vinden in polders met veel krabbescheer in de sloot. Ook dit jong is al vliegvlug, maar jaagt nog niet zelf.





Ik hoorde 'm eerder dan ik 'm zag: de Grauwe Vliegenvanger. Een in alle opzichten onopvallend vogeltje en waarschijnlijk om diezelfde reden zag ik hem nu pas voor het eerst dit jaar.





Nee, inderdaad, geen wereldfoto, maar we zien hier wel een Krombekstrandloper! Opmerkelijk: hij ruit al van zomer- naar winterkleed. Hun broedseizoen, ergens in arctisch Siberië, is kort en deze is al weer op weg naar Afrika voor de overwintering. O ja, er vliegt een Tureluur voorbij. Dat hadden we zo afgesproken, anders wordt de foto zo saai.





Ik bedacht me onlangs dat ik qua Grutto veel volwassen vogels zie, ook wel hun pulletjes, maar nooit een halfwas. Toch denk ik dat dit er eentje is, een soort Grutto-puber. Zal eind deze maand ook wel vertrokken zijn. Ze arriveren met veel kabaal, maar blazen de aftocht in stilte. Wat me doet denken aan die oude vriend die... Nou ja, laat ook maar.