zondag 31 maart 2024

Even iets moois nr. 545 - Voorjaar!

Zo, alweer een paar weken geleden. Beetje gebrek aan inspiratie, dus hier een selectie van de afgelopen weken.





Toch wel de ultieme voorjaarsbode: de Grutto, onze nationale vogel. Een deel van de populatie staat nog uit te rusten en op te vetten aan de rand van de polders, maar komende dagen zullen ze ongetwijfeld hun plekje en partner zoeken.





De Nijlgans heeft inmiddels al jongen. Zou ik deze vogel wat minder lelijk vinden, dan had ik wat beter mijn best gedaan op een meer aansprekend plaatje. Nu ging ik gauw door naar interessanter onderwerpen, zoals de roerdomp die ik wel hoorde maar niet zag...





Voor het laatst drie jaar terug dat ik de Kersenbloesem fotografeerde; in Amstelveen. Toen waren er nóg vier of vijf mensen. Nu kon je over de hoofden lopen als je lange benen had. De voertaal was Oost-Europees, aangevuld met exotische klanken uit het verre oosten.





En zo'n tafereel lokt dan ook weer kunstenaars. Hier een impressionistisch werk in aanbouw.





Altijd geweldig om te zien: de balts van de Fuut. Kop schudden, blaf geluidjes, met elkaar een hart vormen, het is allemaal onderdeel van een intiem ritueel waarvan ik me een bevoorrecht toeschouwer voel.





Bergeend, een mooi gekleurde, grote eend. Vooral in dit seizoen maken ze geluiden die je niet verwacht van een eend; een soort gekwetter en gepiep, en onderling heerst een forse rivaliteit. Maar dit stelletje lijkt elkaar gevonden te hebben.





Een van de meest elegante vogels die ik ken: de Kluut. Prachtig zwartwit getekend en met een fijne, gebogen snavel. Maar vergis je niet: het zijn echte vechtersbazen en hun jongen verdedigen ze als een tijger...





De Tureluur is, net als de grutto, ook al te horen in de polder. Met zijn melodieus tjuu-duu verraadt hij zijn eigen naam. Wanneer hij neerstrijkt strekt hij altijd even zijn vleugels omhoog. Een prachtig gezicht waarvan het me nog nooit is gelukt dat vast te leggen. Maar gelukkig ben ik nog jong...





Nou ja zeg, een beetje een curiositeit: een Keep. Best uitbundig gekleurd, maar zo tussen de afgevallen bladeren valt hij nauwelijks op. Die had ik eigenlijk niet meer in Nederland verwacht, want hij broedt in Scandinavië. Zal met een paar dagen wel vertrokken zijn.

zondag 10 maart 2024

Even iets moois nr. 544 - De mislukte twitches...

Voor de vrijdag het ik een ambitieus lijstje: oehoe, hop en velduil! Nou, die trof ik alledrie niet. Jammer, maar gelukkig kreeg ik ander moois voor de lens.





We lopen in een stukje bos, speurend waar de oehoe zich heeft verstopt, als plots een klein, bruin beestje ons pad kruist. Mijn camera zit nog in de tas die op mijn rug hangt, maar omdat het diertje een beetje heen en weer blijft lopen zonder van ons te schrikken peuter ik zonder abrupte bewegingen de apparatuur uit de tas. Precies op tijd om nog wat plaatjes te schieten (net niet helemaal scherp, grrr) voor hij door het struweel wordt opgenomen. Ik moet even nadenken wat ik nou zag, maar zo klein, dat kan alleen een Wezeltje zijn. Qua omvang ongeveer de maat van een frikandel, met nog een vrij kort staartje. Leuk!





Op een stukje weiland foerageert een aantal zanglijsters, maar ook deze Koperwiek. Mooi met die streep oranje.





Op een half open plek in het bos hebben gedienstige geesten een voederplek gemaakt. Doorlopend komen daar Eekhoorns inspecteren of er nog nootjes zijn.





Geweldige beestjes die zich weinig aantrekken van de mensen die er min of meer omheen staan.





Met een zonnetje erop glanst hun huid je tegemoet. Ze weten precies waar in de stronk meestal de nootjes worden verstopt.





Maar het bos heeft nog meer verrassingen in petto: de Middelste Bonte Specht! Stond tot voor kort te boek als zeldzaam, maar heeft zijn opmars gestaag voortgezet. Hij is nu zelfs in het westen van het land te vinden in loofbossen.





De Middelste is iets subtieler gekleurd dan de grote bonte. Bovendien met allerlei streepjes op de borst. Man en vrouw zijn vrijwel gelijk, maar ik hou het erop dat dit een vrouwtje is en die hierboven een mannetje.


zondag 3 maart 2024

Even iets moois nr. 543 - Barmsijs en Zuidpier

Veel gezien dit weekend en mooie verhalen daar omheen.





Als klein jochie van 8 of 9 bladerde ik nogal eens door mijn vogelboek. En bij de Barmsijs dacht ik dan: wat is dít een mooi vogeltje, die zal ik wel nooit van mijn leven zien... Nu ben ik 66 en laat ik nou zomaar ineens tussen 20 Barmsijzen staan. Ik kijk dan ook met een bijzonder gevoel naar mijn eigen foto's...





Veel gewoner is natuurlijk de Heggenmus. Op dit moment in elke tuin wel te horen met zijn rinkelende zang.





Er lijkt op dit moment een ware invasie gaande van Barmsijzen. In de duinen, in een park, in het bos, overal hoor en zie je de Barmsijs. Waar ik ze eerder in jaren niet zag of hoorde, daar zie ik nu overal hele groepen van 20 tot 80 exemplaren.





Nou ja, overal. Niet op de Zuidpier van IJmuiden. Het woei er veel harder dan ik verwachtte en er was bovendien niks bijzonders te zien. Daarom hier een van de usual suspects: de Steenloper.





Tussen al die barmsijzen zit één heel bijzondere: een Witstuitbarmsijs. Door de leek niet te onderscheiden van zijn meer gewone soortgenoot en door mij ook bijna niet. Desondanks denk ik dat dit die ene is.





Altijd trouw op de Zuidpier aanwezig in de winter: de Paarse Strandloper. En wat is er nog mooier dan één Paarse? Twee natuurlijk!





In het voorjaar krijgt de Barmsijs een prachtige felroze borst. Dit is de Grote Barmsijs, met enig oefenen te onderscheiden van de kleine en van de witstuit.





Deze keer trof ik ze niet op het naastgelegen strand, maar op de blokken van de Zuidpier: de Drieteenstrandloper. Ze klitten dan in een groep bij elkaar, in dit geval zo'n 50 exemplaren.





Eveneens een vaste wintergast op de Zuidpier: de Oeverpieper. Vaak lastig te fotograferen en dat deze dan zomaar een poosje blijft zitten is uitzonderlijk.





Barmsijzen zijn afkomstig van Scandinavië en Siberië en dergelijke arctische streken. Ze zullen, zeker bij deze temperaturen, wel snel weer vertrokken zijn. Jammer toch.