maandag 22 februari 2021

Even iets moois nr. 423 - Winter weer weg...

Een frisse en toch een beetje voorjaarsachtige dag. Desondanks op zoek naar baardmannen; wel gehoord, niet gezien. Dan maar het gewonere spul.





Ja, inderdaad heel gewoon: een Steenloper in winterkleed, foeragerend op de pier van Hoek van Holland.





Twee Zilvermeeuwen. Denk ik het nou alleen maar, of kijken ze elkaar toch een beetje verliefd aan?





Als één Steenloper al gewoon is, dan zijn drie Steenlopers drie keer zo gewoon! Maar toch: wat een schutkleur eigenlijk op zo'n stenige dam. Bewegen ze niet, dan vind je ze bijna niet.





De pier in Hoek van Holland bevat meer Paarse Strandlopers dan die van IJmuiden. Ze zijn ook schuwer. Nóg onopvallender dan de steenlopers.





Nou, de laatste Steenloper dan van dit seizoen, wat mij betreft. Die aangegroeide keien werden mij nog zowat fataal. Want toen de veerboot naar Engeland uitvoer sloegen de golven ruimschoots over de plek waar ik zat. Met een enthousiasme dat niet meer helemaal past bij mijn leeftijd probeerde ik weg te springen, maar mijn voet gleed van het glibberige blok af. Ik hou het maar kort: mijn broek en schoenen zijn inmiddels opgedroogd, de zwelling op mijn knie slinkt al wat, die vleeswond kan vandaag zonder pleisters, ik loop alweer minder krom en de camera ziet er wat gebruikter uit. En die deuk in mijn ego, ach, die kan er nog wel bij.





Rond zonsondergang reden we naar de Baambrugse molen 't Hoog en Groenland, in de hoop dat het saharastof voor een spectaculaire lucht zou zorgen. Dat viel allemaal wel mee, maar sfeervol is het wel natuurlijk.



donderdag 18 februari 2021

Even iets moois nr. 422 - Winter

Zo. De winter 2021 viel zo'n beetje in de tweede week van februari en is weer achter de rug. Ik had het idee daar heel veel erg mooie foto's van te maken, maar daar kwam minder van terecht dan ik hoopte. Geheel buiten mijn schuld uiteraard. Toch maar even laten zien wat er dan wel was.





Het plan was om een soort molentocht per auto te rijden, voor winterse plaatjes van de molens hier in de streek. Door veel afgesloten wegen lukte dat van geen kant. Maar deze staat langs een doorgaande weg. Het is molen 't Hoog en Groenland benoorden Baambrugge en aan het riviertje De Angstel. Oud, waarschijnlijk gebouwd rond 1680, bewoond, en ook heel fotogeniek.





Kramsvogel aan de sierappeltjes, en dat in eigen tuin. Meestal zijn ze vrij schuw, maar deze liet zich goed bekijken.





Een Zanglijster, een kleinere neef van de kramsvogel, schuimt alle plantenbakken af en vindt dan toch met regelmaat een smakelijk en niet diepgevroren slakje. Met een paar klappen slaat hij het huis stuk en smullen maar!





De Kockengense Molen ligt net ten zuiden van - u raadt het - het dorp Kockengen. Gebouwd in 1675 heeft hij tot 1962 op windkracht de polder Kockengen bemalen. Niet lang geleden strak gerestaureerd.





Tja, wie ziet ooit de Boomkruiper? Toch is hij letterlijk overal. Klein, vlug en met zo'n schutkleur dat ik pas thuis ontdekte dat ik er per ongeluk twee op een foto had (niet dit plaatje.) Ken je zijn korte, luide en energieke wijsje, dan vindt je 'm vanzelf.





Zo'n Blauw Reiger is natuurlijk ook niet gek. Hij weet dat het water in een duiker niet zo gauw bevriest, maar dat hij daar dan een kikkertje vangt had ik toch niet verwacht.





De Krimpenerwaard met zijn brugjes, sloten, boezems en weteringen is in alle jaargetijden fotogeniek, maar misschien wel het meest in de winter.





Een Turkse Tortel inspecteert de pergola en constateert wat achterstallig onderhoud.





Nou jaaaa! Elke winter ben ik alert op groepjes vinken, want het zou een keer kunnen dat zich daarin een Keep schuil houdt. En nu had ik een paartje in de tuin! Bont gekleurd en toch onopvallend. Komt uit Scandinavië en als het daar erg koud is, zakt hij af tot bij ons.





En hier allebei: mevrouw en meneer Keep. Het vrouwtje wat terughoudender van kleur, maar beide weten de uitgestrooide pitjes te waarderen.

woensdag 10 februari 2021

Even iets moois nr. 421 - Hoog water in de polder.

Ik maakte een rondje Hoeksche Waard, Dordtse Biesbosch en terug langs de Lek. Dat leverde pas aan het eind van de middag iets bijzonders op. Kijk maar mee.





Het Oude Land van Strijen beloofde mooie soorten als roodhalsgans en dwerggans. Tenminste, dat zeiden ze. Ook na lang zoeken en speuren vond ik niets van deze schoonheden. Maar eerlijk is eerlijk: een paartje Smient is gewoner dan gewoon, en toch ook erg mooi. Het zijn deze eenden die 's avonds en 's nachts dat gefluit in de lucht laten horen.





Brandganzen, ze zijn er maar zat. Mooi in hun zwart, wit en grijs. Minder mooi is dat ze steeds meer in ons land blijven hangen en er ook steeds vaker broeden. Klimaatverandering?





En Canadese ganzen horen hier al helemaal niet. Het zijn exoten (zoals bijv. ook mandarijneend of fazant,) ooit geïntroduceerd in Europa om te worden gehouden in een vijver, maar ze kregen vaste voet aan de grond. Overal in het land zijn groepen van tientallen exemplaren te vinden.





Stukje gewandeld en geglibberd in de Dordtse Biesbosch. Het water stond hoog en verder was het vrijwel leeg.





Langs de Lek zijn de uiterwaarden vol gestroomd. Het levert mooie binnenmeren op, waar veel watervogels dankbaar gebruik van maken.





De hoge waterstand geeft fraaie plaatjes van waterrijke landschappen. 





En de bomen (het lijken wel scheerkwasten) krijgen natte voeten.





Aan het eind van de middag stuit ik ineens op een fenomeen waar ik op hoopte maar dat ik in jaren niet had gezien: zwermende Spreeuwen. Het zullen er toch wel enkele tienduizenden zijn, schat ik zomaar. Liefst zie je dit tegen een lichte, kleurige lucht, maar dat zat er die middag niet in.





Het licht wordt met de minuut minder, en de zwerm groter. In wonderlijke figuren en dansende slierten nemen de Spreeuwen afscheid van de dag en van elkaar. Binnen 30 seconden zakt de groep als een bol naar beneden en vindt zijn slaapplek. Het gekwetter moet daar oorverdovend zijn geweest.