zaterdag 25 januari 2020

Even iets moois nr. 381 - een tropische verrassing en een arctische dwaalgast

De vogelvrije vrijdag bracht nou eens een keer meer dan ik had durven hopen. Het werd zelfs een memorabele dag waarvan ik nog lang op een roze wolk loop.





Hoe bijzonder is dat: Flamingo's op een zeer prettige afstand. Met z'n drieën stonden ze in het lage water van de meertjes van de Groenzoom te Berkel en Rodenrijs. Een tropische aanblik op een zure en zwaar bewolkte ochtend.





Als je toch moet poetsen, dan doen we dat maar gelijktijdig. Elk veertje wordt geordend en het hele pak ingevet. Onderhoud is maar alles tenslotte.





Dit zijn Chileense Flamingo's, iets kleiner maar veel kleuriger dan hun Europese tegenhanger. In een gemengde groep overwinteren ze in de Grevelingen. 's Zomers broeden ze op een eiland in een ven bij Groenlo, hoewel ik las dat dat ven inmiddels opgedroogd zou zijn. Dan wordt het spannend: waar gaan ze hun ei leggen dit voorjaar? Misschien toch broedparen in Nederland?





Bijzonder zijn hun rode knieën en hun zwarte onderveren. Vliegen ze in een grote groep op, dan weet je echt niet wat je ziet.





Als-ie na het poetsen zijn veren uitschudt dan lijkt het pak net een reusachtig roze boeket.





Omdat we toch in de buurt zijn ga ik in Bleiswijk even zoeken naar de Kokardezaagbek. Nou ja, zoeken, ik zie hem al zwemmen als de auto nog rijdt. Een parmantig eendje, bijna verwaand zelfs, maar in zo'n pakje mag dat best. Deze soort broedt in Noord-Amerika en kan alleen maar een ontsnapte volièrevogel zijn.





Ja, ik snap best dat uw adem even stokt. Het is inderdaad een Ross' gans! Hij behoort tot de extreem zeldzame dwaalgasten en is afkomstig van Canada. Kenmerkend zijn de roze snavel met blauwachtige basis en de zwarte vleugelpunten. Klein is-ie en verder als alle ganzen alert en schuw. Ook na heel voorzichtig sluipen zit er niet meer in dan een verre foto.





En dan, na al dit bijzonders, als afsluiter een gewone Blauwe Reiger met de gebruikelijke gemelijke blik. En al wat 'bruidsveren' op de rug.


zondag 19 januari 2020

Even iets moois nr. 380 - Van Grote Trap en kleine mees

De vogelvrije vrijdag spoedde ik mij naar de Zuid-Hollandse kusten, zoals wel vaker in de winter. Proberen maar weer in het wekelijkse ritme te komen.





Krijg nou wat: een Grote Trap! De vogel loopt al een poosje rond op Oostvoorne. Als ik aankom zit hij ver, heel ver weg. Ik parkeer de auto en wacht. Na een klein uurtje is hij mijn kant op gescharreld.
Het is een grote vogel. De spanwijdte is rond de twee meter, dus het zou een imposant gezicht zijn als hij op de wieken gaat. Dat doet hij niet.





Op zijn borst draagt de vogel een zender, en vanuit zijn nek steekt een sprietantenne. Hij komt uit een Duits programma voor herintroductie van deze soort. Op internet barstte ogenblikkelijk een hooglopende discussie los of dit dan nog wel een wilde vogel is. Wat mij betreft wel, want hij kan gaan en staan waar-ie wil.
Normaliter is het een vogel van steppe of savanne in vooral Spanje, maar een groot weiland in Nederland versmaadt hij blijkbaar ook niet.
De foto toont overigens wat wazig omdat er net een vettig motregentje valt.





Van daar is het maar een klein stukkie naar de Maasvlakte. Door mijn verrekijker zie ik, met het blote oog niet zichtbaar, een groep jan van genten foerageren. U kent de beelden wel van tv: ze klapwieken op een meter of 20 hoogte boven zee, zwenken plotseling en duiken op het water af. Net voor ze het water raken vouwen ze hun vleugels op zodat ze in een soort pijlvorm diep het water in schieten en daar pakken ze dan een visje. Schitterend gezicht, maar waar deze foto nou eigenlijk over gaat?





Net voor hij het struweel in schiet maak ik nog even een plaatje van een Fazant.





Zo, da's different koek. Nadat ik nog - zeer tevergeefs -  een uurtje heb zitten posten bij een ijsvogeltak zoek ik aan het eind van de middag de Buidelmezen op. Meestal omringd door enkele tientallen fotografen pluizen ze de 'sigaren' uit, op zoek naar rietzaadjes.





Buidelmezen zijn goed te vinden door in een rietveld te letten op wegwaaiende pluizen. Het is al heel wat jaren geleden dat ik ze voor het eerst en tevens voor het laatst zag, dus dit is weer echt een geluksmomentje.





De omstandigheden zijn niet optimaal. De zon staat al laag en zit ook nog achter een bui. Daarbij staat er minstens windkracht 4, dus de rietstengels zwaaien als dol heen en weer. Vele honderden foto's maak ik, in de hoop dat er twee of drie ongeveer scherp zullen zijn.
Ziet u overigens de tweede Buidelmees op dit plaatje?





Nou nog eentje dan. Voor de techneuten onder ons: ISO3200, 1/64 en dan met 600mm uit de hand. Dan moet je bergen mazzel hebben voor een foto die nog in de buurt van scherp komt. Vrijdag had ik die mazzel.