Afgelopen tijd wat energie gestoken in het zoeken, vinden en fotograferen van vlinders. Een bezigheid die veel voldoening geeft; als het lukt tenminste...
Wát een schoonheid: de Veldparelmoervlinder. Is zeldzaam en ook kleiner dan deze foto doet vermoeden. De tekening aan de onderkant van de vleugels is veel mooier dan op de bovenkant.
Kijk, een Sint Jacobsvlinder. Het is een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de spinner-uilen, ondersoort beervlinders. Leuk om te weten, lastig om te onthouden.
Ze hebben een soort harige apenkop vind ik altijd, die juffers. Dit is een Lantaarntje. Ze zijn uiterst fragiel en zeer algemeen. Loop op een willekeurige plek door het gras en ze zweven om je voeten.
Een vervaarlijke Schorpioenvlieg. Die heeft weinig te maken met een vlieg en nog minder met een schorpioen. Maar zijn achterlijf kan hij krullen zoals ook een schorpioen dat doet. Kenmerkend is de snavelvormige verlengde kop. Hij eet graag andere insecten waaronder vlinders.
Zie ik ook niet elk jaar, het zeldzame Boswitje. Bijzonder is de bestoven onderkant van de vleugels. Er zit ook een fout in de foto: regel 1 is dat alles onscherp mag zijn behalve de ogen. Daar heb ik mee gesmokkeld, maar ik vond het beestje interessant genoeg om te laten zien.
Dit is waarschijnlijk het allerzeldzaamste vlindertje van Nederland, het Dwergblauwtje. Hij vliegt slechts op één klein plekje in ons land en was ik daar stomtoevallig niet beland dan had ik van het bestaan van deze dreumes zelfs niet geweten. Grootte is misschien een centimetertje. Zoals de naam al doet vermoeden is de bovenzijde van de vleugels... bruin!
Hola, wie hebben we hier dan? Ik dacht te maken te hebben met een groot geaderd witje, maar bij nader inzien is dit het Vals Witje. Dat is een dagactieve nachtvlinder uit de familie van de spanners. Sjanie had hem al op de foto toen ik nog in gevecht was met mijn fototas en eer ik die slag had gewonnen was de vlinder verdwenen.
Mooi. Ik zag toevallig de veldparelmoervlinder op een facebook staan van een gebied in Denemarken waar we altijd gaan.Helaas nu pas in het najaar.
BeantwoordenVerwijderen