zondag 2 februari 2025

Even iets moois nr. 571 - Bijzondere zeldzaamheden

Afgelopen weken was het telkens te winderig, te nat of te mistig, en daarom nam ik afgelopen vrijdag het mooie weer te baat om weer eens uitgebreid op pad te gaan. En nog wel met een missie! 
Het idee was om met minstens twee Grote Zeldzaamheden huiswaarts te keren. Dus fluks een overtocht geboekt naar Texel.





Tja, hier was het allemaal om te doen. Zeldzaamheid der zeldzaamheden. Heel vogelend Europa liep uit; horeca en veerdienst zijn dit jaar dik boven jan en dat allemaal door een uit koers geraakte Brileider! Die heeft zijn huis tussen Alaska en oost-Siberië, maar hij voelt zich hier opvallend op zijn gemak. Al een paar weken brengt hij het hart van iedere vogelspotter in vervoering...





Ik stond op de Waddendijk tussen Belgen, Duitsers en Engelsen, en om mij heen hoorde ik ook oost-Europese klanken. Hier en daar werd een traan weggepinkt. Los van alle emoties bleek het beest voor mijn eenvoudige uitrusting eigenlijk te ver weg (ik schat zo'n 80 tot 100 meter) maar met flink croppen kreeg ik dit toch op mijn scherm. We doen het er maar mee.





Het kan niet op: nóg een zeldzaamheid. Op de veerboot ga ik doorgaans niet aan de koffie, maar ik posteer me op het achterdek met de camera in de aanslag. Al was het maar om te oefenen op bewegende vogels. Maar dit keer hing er een Russische Stormmeeuw achter de boot. Men kan nooit zeker weten of het eigenlijk niet een drone is die de infrastructuur van de marinehaven in kaart brengt, maar voorlopig ben ik toch wel content met deze waarneming.





En hier dan ter vergelijking een gewone inheemse Stormmeeuw. Het verschil tussen beide soorten laat zich lastig uitleggen. Hou het op meer zwart aan de vleugeleinden en een wat gelere snavel voor de rus; dat is het wel zo'n beetje.





Na het scoren van de brileider toog ik naar de zeekant van het eiland. De Slufter is 's winters de verblijfplaats van fraters en Strandleeuweriken. De fraters kon ik niet vinden, maar één Strandleeuwerik liet zich vrij gewillig fotograferen. Leuke vogels, met dat geel-zwart op de kop.





Al glibberend door de Slufter werd ik nog verrast door een opvliegende Tjiftjaf. Die moet de reis naar Afrika riskanter hebben ingeschat dan een overwintering hier te lande. Als de voortekenen niet bedriegen krijgt hij daar wel gelijk in.





Texel, het wolkt er natuurlijk van de vogels. Hier een Kleine Zilverreiger, herkenbaar aan zijn zwarte snavel en geelgroene sokken.





Wel een heel herkenbaar silhouet: een Wulp vliegt langs. Ze overwinteren vrij massaal langs onze kusten.





Weg van het eiland. In een dorpje in de kop van Noord-Holland staat in een tuin aan een vrij drukke straat een aftandse, uitgegroeide conifeer die ondanks zijn deplorabele staat onderdak biedt aan vijf of zes Ransuilen. Alleen in de winter. Omdat ik in die contreien toch aan het werk ben op de donderdag, ga ik er even langs.





Vorig weekend zaten we twee nachtjes in Drenthe. We reden o.a. langs het pittoreske Rolde, vooral om zijn twee fraaie hunebedden.





Hier eentje daarvan. Ik raak altijd onder de indruk van deze steenhopen. Ze hebben voor mij een eerbiedige zwaarte die ik wel voel maar moeilijk onder woorden kan brengen. Ik word er altijd stil van.





Op een heel andere manier indrukwekkend zijn die grote schotels op spinnenpoten bij Westerbork. Ze doen onwerkelijk en buitenaards aan, hoewel ze dat helemaal niet zijn. Ik fröbel er een angstwekkende lucht boven, om het unheimische gevoel te versterken.

1 opmerking:

  1. Gaaf dat je ook de Rus zag. Ik heb hem gemist! Geslaagd effect bij de laatste foto.
    Groetjes Maria

    BeantwoordenVerwijderen