zondag 6 april 2025

Even iets moois nr. 579 - Riet en moerassen

Ik heb altijd al een zwak voor de rietvogeltjes. Soms lastig te fotograferen, maar het helpt dat ze dezer dagen enthousiast zingen. Afgelopen week kwam ik op diverse plekken allerlei moois tegen. Kijk maar mee.





Ja natuurlijk, de Blauwborst. Laat zich vanaf eind maart tot minstens half april goed horen en zien. Voor elke fotograaf telkens weer de uitdaging om een nog mooier plaatje te maken dan vorig jaar.





Maar goed, deze mevrouw Rietgors mag er ook zijn. Elegant gestreept en in een verleidelijke pose een magneet voor de telelens.





Kijk nou, nog helemaal in winterse outfit: een Zwarte Ruiter. Hij gaat binnenkort ruien naar een inderdaad zwart pak, maar dan zal hij inmiddels wel vertrokken zijn naar zijn noordelijke broedgebied.





Hier een Blauwborst tussen de wilgenkatjes. Zijn zang begint vaak met een gepruttel alsof de startmotor amper wil aanslaan: prrrrrt-prrrrt-prrrt-prt maar dan volgt er een fraai en gevarieerd wijsje.





Hebbes! Een Snor is nog niet zo eenvoudig te fotograferen. Altijd in dicht riet en ik had hier de mazzel dat net op het goeie moment een aantal sprieten opzij woei. Zijn zang is een schier oneindig rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr, waarbij je alleen van het aanhoren al een lichte kortademigheid voelt opkomen.





De Rietzanger is ook sinds ongeveer vorige week terug uit zijn zuidelijke overwinteringsgebied. Zijn schetterende zang is nu in elk strookje riet wel te horen.







Nou nou, dat ziet er niet heel vriendschappelijk uit. Fazantenhanen kunnen akelig gemeen vechten en vooral bij die rechtse zie je een duidelijke averij. Verder zijn de foto's met pal tegenlicht genomen. Daardoor steken ze mooi af tegen de achtergrond, maar je raakt ook veel kleur kwijt.





Mooi wel, zo'n Indische gans, maar het is natuurlijk niet meer dan een nakomeling van een ontsnapte of vrijgelaten volière-exemplaar. Niet al te serieus nemen dus.





Jahoor, de Grauwe Gans heeft alweer jongen. Lekker in de buurt van moeder soezen ze wat in het lekkere zonnetje.





In de Westbroekse Zodden was ik op zoek naar de roerdomp. Die hoorde ik wel, maar hij liet zich niet zien. Wel een interessant gebied, ook voor diverse roofvogels.

maandag 31 maart 2025

Even iets moois nr. 578 - Polders met hollende hazen en grazende grutto's

De polders vullen zich in razend tempo met de vaste bewoners. De weidevogels keren terug van hun overwinteringsgebieden terwijl de wintergasten nog niet van plan zijn weg te trekken. Volle boel dus.





Een slagje kleiner en een paar decibellen minder luidruchtig dan de grutto: de Tureluur. Net na de landing steken ze (vrijwel) altijd hun vleugels even in de lucht. Het lukte me niet eerder dit vast te leggen. Leuk.





Kuifeend man baddert vrolijk op de Loosdrechtse Plassen,





terwijl even verder de Brilduiker nog niet vertrokken is naar de Scandinavische broedgebieden. Dit is het vrouwtje.





Ook de Pijlstaart blijft hier nog hangen. Zo meteen zal hij de navigatie instellen op Siberië en omstreken.





Een Zwarte Kraai. Normaal sla ik die over, maar ik kreeg zoveel niet voor de lens dat ik dan toch maar een keer de camera richtte op deze zwartjas.





Brandganzen in de Eempolder, misschien wel meer dan duizend. Die vertrekken pas over een week of twee naar hun noordelijke zomerresidentie.





Dat bedoel ik: de Grutto is al terug, maar de brandgans nog niet weg. Geeft al met al een kakofonie aan geluiden in onze weilanden.





De Grutto is nog maar net terug en hun eerste prioriteit is dan: eten! Van rivaliteit is pas weer sprake als ze op krachten zijn gekomen en de maag gevuld is.





Portretje van onze nationale vogel.

En die hollende (of rammelende) hazen dan? Die heb ik niet op foto, wel op video. Zie YouTube, Stam vliegt.

zondag 23 maart 2025

Even iets moois nr. 577 - Dagje Dordtse Biesbosch

Afgelopen vrijdag naar de Dordtse Biesbosch in de hoop op een mooie plaatje van de blauwborst. Die bleef helaas te ver weg, maar verder alleraardigste foto's gemaakt van wat zich wel wilde vertonen.






Het gaat goed met de Roodborsttapuit. Je vindt overal met een beetje ruimte en wat struweel.






Een drietal Canadese ganzen vliegt over. Hun trompetterende roep vult de lucht.






Hoe gewoon ook, een Rietgors op zo'n rietpluis is altijd fotogeniek...






... zeker als ze samen zijn.






Een beetje zon en zie: de eerste vlinders laten zich zien in al hun verse kleurenpracht. Hier de Dagpauwoog.






Ondertussen landt op de Polderbaan een vlucht uit Polen.






Beetje raar dat deze Krakeend zomaar blijft staan. Niet helemaal des krakeends.






Had ik vorige week al een keer de zeldzame bosreiger voor de lens, deze keer ontwaar ik de even zeldzame Rietreiger. 






In de achtergrond een paartje krakeend, maar het gaat natuurlijk om de Slobeend op de voorgrond. Allebei prachtig getekend en beide met een snavel van uitzonderlijke omvang.






Wintertaling, man. Herkenbaar aan dat groene schijfje op zijn kop, maar bij donker weer valt vooral dat roomwitte stukje bij zijn staart op.






Onze kleinste eend. Kan verticaal opstijgen en is een snelle en behendige vlieger.





En op zaterdag moest ik toch even de nabij gelegen polder inspecteren, en jawel: de Grutto's zijn er weer!





Tot mijn verrassing tref ik daar ook mijn eerste (van dit jaar) Zomertaling aan. Prachtige eend met een heel karakteristiek geluid.





Over prachtig gesproken: de Geoorde Fuut staat heel hoog op mijn lijstje van mooiste watervogels. Hij is een van de vier inheemse soorten fuut, vrij klein en onopvallend, behalve wanneer hij zijn zomerjas aan heeft en een beetje dichtbij wil komen. Verscholen achter een randje riet, dat dan weer wel. Gelukkig zijn het felrode oog en het gouden oorpluimpje goed te zien.


maandag 17 maart 2025

Even iets moois nr. 576 - Spechten

Al een paar dagen breng ik vele kilometers door in omliggende bossen. De uitdaging is om in één gebiedje alle vijf soorten spechten te zien of te horen. En tegelijkertijd speur ik naar de bosuil. Nu er nog geen blad aan de bomen zit is dit een leuke opgave. En of dat lukte?





Rond Bilthoven vind ik zonder moeite en binnen 200 meter van elkaar vier soorten specht. Hier de Zwarte, druk bezig zijn nieuwe huis te bouwen. De Zwarte Specht is groot, ongeveer formaat kraai. De toegang tot de nestholte is dan ook zowat anderhalve decimeter. Zo'n beestje moet er een paar weken voor uittrekken om een nieuw nest uit te hakken.





De buitenplaatsen bij 's Graveland hebben allemaal van die prachtige bomenrijen. Ik richt er graag even de camera op. Maar ook komen hier alle vijf de inheemse spechten voor.





Een van de meest uitbundige zangers in het voorjaar: de Zanglijster. Gaat onvermoeibaar door tot in de nacht, meest vanuit de hoogste top van een boom. Hier gelukkig ietsje lager.





Ook in het bos: de Pimpelmees. Was ooit mijn bijnaam, maar dat waren andere tijden...





Kijk nou, die had ik gehoopt ergens te horen, maar zonder één piepje te geven hangt hij ineens op 8 meter voor me: de Kleine Bonte Specht! Precies de vijfde soort voor vandaag. Actief vogeltje en daardoor lastig te fotograferen.





Klein is ook echt klein: niet groter dan een mus. Komt vrij algemeen voor in bossen maar wordt niet makkelijk ontdekt. Hij is nogal zwijgzaam, zit niet op stammen maar op takken en ook zijn roffel is minder luidruchtig dan we van de grote kennen.





En dit dan. Dit moet haast de Bosreiger zijn, een met uitsterven bedreigde soort.





Houtduiven zijn er veel in het bos, evenals hun kleinere neef de holenduif. Soms zie ik groepen van wel 40 stuks tegelijk.


zondag 9 maart 2025

Even iets moois nr. 575 - Appelvink!


Al een paar jaar wil ik graag de Appelvink voor m'n lensje krijgen. Het was vrijdag niet voor het eerst dat ik een fotohut huurde, eentje met een gerede kans op Appelvink (die zich de vorige keer helaas niet liet zien.) Deze keer had ik het geluk aan mijn zijde.





De Appelvink dus. Zit in mijn top 3 van mooiste vogels van ons land. Met kleuren waar Rembrandt niet op zou zijn gekomen en een snavel van gepolijst staal.





Maar goed, we zaten al uren in die hut en zagen tot na lunchtijd alleen maar de tuinvogels die ik thuis ook zie.





De hut staat op camping Marbacka in Ermelo en kost ongeveer niks. De ruimte rond de hut is beperkt en de zon komt van achteren. Dat levert bijzondere plaatjes op.





Ik huur geen hut voor een roodborst, merel of koolmees, dus ik zat met gespitste oren of ik de appelvink kon horen.





Net op het moment dat ik mijn verlies denk te nemen gebeurt het. Zonder zijn kenmerkende piks gehoord te hebben was Zijne Hoogheid daar ineens: de Appelvink in eigen persoon!





De Appelvink is een grote vink met bijzondere proporties. Vooral opvallend is de grote snavel, waarmee hij zomaar 50 kg bijtkracht kan genereren.





Met zoveel bijtkracht is hij in staat kersenpitten te kraken. Wanneer je zijn roep kent (ik denk altijd aan een roodborst, maar als het hoog uit een boom komt weet ik: Appelvink!) is hij op veel plekken te horen, maar zien is een ander verhaal. Hij houdt zich vooral in boomkronen op en wanneer de bomen in blad staan krijg je hem niet makkelijk in het vizier.





Daarbij is hij ook waakzaam en uitgesproken schuw. Ik voel me een bevoorrecht mens deze foto's gemaakt te hebben.





Mooi, die bomenlanen van de 's-Gravelandse buitenplaatsen. Ik zou bijna vergeten dat ik zonder succes op zoek was naar de bosuil. Oftewel: hoe je met 200mm tele toch een aardige landschapsfoto kunt maken.