zondag 28 januari 2024

Even iets moois nr. 539 - Van groot tot heel klein...

Hè hè, eindelijk zag ik de Europese Kanarie waar ik al voor de zesde keer op uit was. Voor een foto was het te ver, maar ik had nog andere wensen op mijn lijstje...





Kijk, de Ransuil. In een vrij dichte boom zitten er vier; hun vaste roestplaats in de winter. Op de foto lijkt de vogel vrij fors, maar hij is maar zo'n 35 cm groot. Zijn oorpluimen waaien helemaal opzij in het straffe westenwindje.





Nou zeg, gekker moet het niet worden: een Flamingo! Terwijl ik de tranen in mijn ogen heb van de ijzige wind kom ik zomaar deze tropische verrassing tegen.





De meest noordelijke kolonie Flamingo's broedt in het Zwillbrocker Venn, op de grens met Groenlo. Die groep overwintert op de Grevelingen bij Nieuwe Tonge en is misschien wel 50 exemplaren groot. Deze maakt in zijn eentje een uitstapje naar de randmeren, maar zal straks gewoon weer aansluiten bij de groep.





De schemering valt al wanneer ik plotseling in een kudde Goudhaantjes verdaag. Het kleinste vogeltje van ons land. Extreem beweeglijk en het is dan ook vrijwel onmogelijk er een plaatje van te maken. Deze is bijna gelukt.
Als kind droomde ik boven het vogelboek dat ik misschien, ooit in mijn leven, nog eens een Goudhaan zou kunnen zien. Die droom kwam al jaren geleden uit, maar ik moet er toch steeds aan denken wanneer ik een Goudhaantje zie...



zondag 21 januari 2024

Even iets moois nr. 538 - Weer wat soorten...

Het beviel me wel aardig, dat soorten jagen, en ik ging dus opnieuw achter mooie waarnemingen aan. Jammer dat al voor de derde keer die europese kanarie niet wilde verschijnen, dus we doen het maar met wat ik wel zag.





Tjonge, wat een beauty: de Ringsnaveleend. Vanuit Noord-Amerika komen ze 's winters graag in Ierland en Engeland, en een enkeling vliegt dan nog een stukje door, de Noordzee over. Prachtig, die gebandeerde snavel. Ik zie 'm voor het eerst; een lifer noemen vogelaars dat.





Ik ging nog even terug naar de Grote Burgemeester (zie vorige blog) en die zat er nog steeds. Nu met een zonnetje.





Als ik de auto parkeer hoor ik een gezellig gekwetter uit de elzen en berken. Sijsjes, een hele groep. Hier het vrouwtje.





Nog een Sijs, maar nu het mannetje. Die is wat kleuriger. Ze maken hun nest hoog in een spar. Leuke, sociale vogeltjes.





Een paartje Krooneend. Vooral het mannetje valt op met zijn lichtbruine kop en rode snavel.

zondag 14 januari 2024

Even iets moois nr. 537 - Twitchen!

Ik zag vorig jaar 184 soorten vogels, waaronder slechts enkele zeldzaamheden. Ik besloot daarom deze maand eens te investeren in een aantal vogels die ik niet dagelijks tegenkom. Twitchen dus: soorten jagen! Gelukkig zitten er diverse niet alledaagse verschijningen in de omgeving. En soms is de bijvangst ook alleszins de moeite waard...





Pestvogel; zeldzaam. Er zitten er twee in Alkmaar en omdat ik er toch langs kom uit mijn werk kostte dit plaatje me niet meer dan een half uurtje. Schitterende vogel met zijn kuifje en zwarte masker. Absoluut niet schuw.





Ja, ik snap dat u even de adem inhoudt. Want in een groep van zo'n 200 kleine rietganzen zie je één Roodhalsgans. Zeldzaam. Vanuit Siberië en omstreken trekken ze in de winter naar Bulgarije en Roemenië, maar een enkeling sluit zich aan bij een groep grauwe of rietganzen en belandt dan in west-Europa. Waar zijn verschijnen steevast tot grote opwinding leidt onder vogelaars.





Bonte Kraai. Ook een zeldzaamheid. Woont in oostelijker landen en overwintert wel in Duitsland. Een enkeling dwaalt af naar onze contreien. Nogal schuw omdat hij in eigen land wordt bejaagd.





Nog een zeldzaamheid: de Witoogeend. Bewoner van zuid-oost Europa en zo af en toe waait er eentje naar onze lage landen.





Niet zeldzaam, maar toch nooit gezien: Eksters die elkaar op leven en dood bevechten! Even heb ik de neiging tussenbeide te komen, maar dan kies ik ervoor om plaatjes te maken.





Het lijkt erop dat er één indringer is in een vaste groep en die verzet zich hevig als hij niet wordt geaccepteerd.





Grote foto met veel niks. Het gaat in dit geval om een verre plaat met daarop een Grote Burgemeester, die rechtse. Goed herkenbaar aan het ontbreken van zwart in de veren, maar wel met een donkere snavelpunt. Zeldzaam. Omdat hij groter is dan onze grootste meeuwen boezemt hij ontzag in, overal waar hij verschijnt. Bewoner van de noordelijke Atlantische Oceaan.





Heel gewoon: de Slobeend man. Kenmerkend is de enorme snavel, waarmee hij de bulldozer is onder de eenden.





Zeldzaam, en de tweede keer dat ik hem voor de lens krijg: de Zwarte Ibis. Woont in zuid-oost Europa. Foerageert op modderige vlakten en waarschijnlijk door de regen van de laatste weken vindt hij in een weiland ook genoeg te eten.





Heel gewoon, deze Dodaars. Ons kleinste fuutje. Ziet er in zomertenue kleurrijker en aantrekkelijker uit dan in dit winterpak. Maar dat geldt niet alleen voor dodaarzen natuurlijk.





Gaat het over zeldzaam, dan is dit de overtreffende trap: de Zwartbuikwaterspreeuw is zeer zeldzaam. Prachtig getekende vogel die vaak onder water vertoeft. Waterspreeuwen zijn algemeen in en langs snelvlietende beekjes in de bekende vakantielanden. Waarom deze nu al vele weken aan de Zoetermeerse plas bivakkeert is iedereen een raadsel.





Niet zeldzaam, wel erg mooi: de Grote Gele Kwikstaart. Woont en broedt hoofdzakelijk in oostelijker streken van ons land, maar komt in de winter ook in het westen voor. Ik vind het een schoonheid!



zondag 7 januari 2024

Even iets moois nr. 536 - Grijze Zeehond...

De laatste week van december moest een zoektocht worden naar ijsduiker en strandleeuwerik, op en rond de Brouwersdam, en bij Oostvoorne. We vonden heel andere dingen...





Dat hadden we niet verwacht: een huiler! Ofwel de pub van de Grijze Zeehond. Huilen deed-ie en dat lijkt inderdaad op een huilende mensenbaby.





Nou moeten we dat huilen niet vergelijken met ons huilen, want het jong had zojuist vele liters vette melk gedronken bij zijn moeder. Melk met een vissmaakje, denk ik. 





De Grijze Zeehond staat te boek als ons grootste roofdier. De man kan tot 350 kg wegen, het vrouwtje zo'n 250.





Na het voeden wordt het jong een poos alleen gelaten, meestal zo'n 4 tot 5 uur. Even nog kijkt moeder of er geen acuut gevaar is, dan duikt ze de golven in met een belangstellende man. Want met een draagtijd van 11,5 maanden breekt al direct het nieuwe paarseizoen aan.





Kolossale dieren zijn het, veel groter dan de gewone zeehond. Het is ook zaak niet al te dichtbij te komen, want bij verstoring is er het risico dat moeder het kind niet meer komt voeden. Ik stond hier op een meter of 70 en gelukkig deden andere strandgangers dat ook. 





De totale zoogtijd is een week of drie. In die tijd verliest het jong zijn donzige, witte pels en krijgt hij een grijze, waterdichte vacht. Na die drie weken laat moeder het jong alleen en dan duurt het nóg een paar weken voor die zelf zijn eigen eten kan vangen. De opgebouwde vetreserve helpt hem die magere weken door te komen.





Op zee zwemt ondertussen de jolig uitziende man Middelste Zaagbek.





Het is al wat later in de middag als we ons herinneren dat we voor de Strandleeuwerik zuidwaarts waren gereisd. Het duurt vervolgens even alvorens we het groepje van een stuk of 15 hebben weten te vinden.





Leuke vogels, met die geel-zwarte kop. Een echt mooie foto lukt niet meer, maar een bewijsplaatje is gelukkig wel te maken. En die ijsduiker dan? Niet gevonden...