zondag 21 april 2024

Even iets moois nr. 547 - kleur en zwartwit in de Noordkop

Deze tijd staan de bollenvelden in de kop van Noord-Holland volop in bloei. Ondanks de kou gebneurt het gewoon: de tulpen komen uit de grond.





Prachtig, al die gekleurde vlakken. En dan met zo'n authentieke stolpboerderij op de achtergrond... Je weet dan gelijk waar het is.





Nou is zelfs in de Noordkop niet alles kleur. De Kluut is gewoon zijn zwartwitte zelf. Hier een stelletje dat wel erg gezamenlijk foerageert. Ik besluit erbij te blijven en te zien of er wat gebeurt.





Dat blijkt een goeie beslissing, want een paar minuten later legt mevrouw zich plat op het water; een niet mis te verstane uitnodiging aan meneer om serieus werk te maken van het stichten van een gezin. Meneer moet daar even over nadenken, en neemt de tijd om zich helemaal op te poetsen en mooi te maken.





Maar dan neemt hij zijn besluit en waagt de sprong...





Het blijft een schilderachtig tafereel...





In het voorjaar gaan hordes fotografen naar het Hallerbos, een stukje onder Brussel, voor het fotograferen van het wilde hyacinten-tapijt. Ik denk dat ze dan niet weten dat je dat ook kan vinden in Sintmaartensvlotbrug (heerlijk, alleen die naam al...) en dat is lang niet zo ver weg. Vertel het ze maar niet, want het is er lekker rustig.





Mooi, die opgekrulde rand.





Met best een fel zonnetje zoek ik altijd maar het tegenlicht. Dan blijven de kleuren mooi zacht.





Niet alleen blauwe Hyacinten staan er, ook roze. Hier eentje die nog aan het begin staat.
 

maandag 8 april 2024

Even iets moois nr. 546 - Tussen riet en water

Beetje rommelig vanwege allerlei verplichtingen, maar toch een stukje van de oogst van afgelopen dagen.





Dit is de tijd van de Blauwborst. Net terug uit warmer oorden zijn er een paar weken dat hij enthousiast zingt, liefst vanaf een hoge rietstengel. Maar niet met zoveel regen en wind als we hier de afgelopen tijd hadden. Drie keer ben ik op zoek gegaan maar kwam niet verder dan dit plaatje-om-een-hoekje. Ze blijven graag in de luwte bij dit soort weer.





Ah, wat mooi, de Kievitsbloem. In tegenstelling tot de meeste mensen houdt hij van natte voeten.





Kiek nou, een Bruine Kiekendief vrouw. Zeker wanneer de weide- en watervogels jongen hebben leidt haar verschijnen tot grote paniek en agressie. Nu wiekt ze rustig over, op zoek naar een muisje. Mooi gezicht altijd wanneer ze op zoek zijn naar voedsel: een schommelende vlucht, laag boven het riet, vleugels ongeveer in v-stand, met af en toe een abrupte zwenk.





De drie musketiers. Nou ja, drie Kuifeenden, mannen. Ik sta bij een plas waar er wel een tweehonderd door elkaar krioelen. En vanwege de aanwezigheid van vrouwelijk schoon is er nogal wat rivaliteit die zich uit in veel gespetter, gekwetter en stoer gewapper met vleugels. Maar deze even niet.





Nou zeg, dat had ik dan weer heel niet verwacht. Terwijl de kuifeenden me vermaken met hun stoere gedrag zie ik daar ineens een andere soort tussen: Toppers! Als die grijze rug je niet meteen opvalt (en bij de vrouwen die grote witte snavelvlek) dan kijk je er zomaar overheen.





Ook hier zie je goed de gelijkenis: vooraan een stelletje Topper, achteraan een kuifeend man. Toppers broeden hier niet; ik neem aan dat ze op punt van vertrekken staan.





En dan moet ik het gelijk maar opbiechten: hoewel dit een zeer algemeen eendje is dat soms met duizenden in de Waddenzee verblijft, heb ik er in 15 jaar niet eentje meer gezien! Ik hoop dat u dit niet verder vertelt...





Acht, wat jammer toch dat ze zo ver weg blijven: een paartje Geoorde Fuut. Meer dan prachtig gekleurd en de pluimoortjes zijn spectaculair. Het is een van de 8 vogelsoorten die wel in mijn top 5 mag.

zondag 31 maart 2024

Even iets moois nr. 545 - Voorjaar!

Zo, alweer een paar weken geleden. Beetje gebrek aan inspiratie, dus hier een selectie van de afgelopen weken.





Toch wel de ultieme voorjaarsbode: de Grutto, onze nationale vogel. Een deel van de populatie staat nog uit te rusten en op te vetten aan de rand van de polders, maar komende dagen zullen ze ongetwijfeld hun plekje en partner zoeken.





De Nijlgans heeft inmiddels al jongen. Zou ik deze vogel wat minder lelijk vinden, dan had ik wat beter mijn best gedaan op een meer aansprekend plaatje. Nu ging ik gauw door naar interessanter onderwerpen, zoals de roerdomp die ik wel hoorde maar niet zag...





Voor het laatst drie jaar terug dat ik de Kersenbloesem fotografeerde; in Amstelveen. Toen waren er nóg vier of vijf mensen. Nu kon je over de hoofden lopen als je lange benen had. De voertaal was Oost-Europees, aangevuld met exotische klanken uit het verre oosten.





En zo'n tafereel lokt dan ook weer kunstenaars. Hier een impressionistisch werk in aanbouw.





Altijd geweldig om te zien: de balts van de Fuut. Kop schudden, blaf geluidjes, met elkaar een hart vormen, het is allemaal onderdeel van een intiem ritueel waarvan ik me een bevoorrecht toeschouwer voel.





Bergeend, een mooi gekleurde, grote eend. Vooral in dit seizoen maken ze geluiden die je niet verwacht van een eend; een soort gekwetter en gepiep, en onderling heerst een forse rivaliteit. Maar dit stelletje lijkt elkaar gevonden te hebben.





Een van de meest elegante vogels die ik ken: de Kluut. Prachtig zwartwit getekend en met een fijne, gebogen snavel. Maar vergis je niet: het zijn echte vechtersbazen en hun jongen verdedigen ze als een tijger...





De Tureluur is, net als de grutto, ook al te horen in de polder. Met zijn melodieus tjuu-duu verraadt hij zijn eigen naam. Wanneer hij neerstrijkt strekt hij altijd even zijn vleugels omhoog. Een prachtig gezicht waarvan het me nog nooit is gelukt dat vast te leggen. Maar gelukkig ben ik nog jong...





Nou ja zeg, een beetje een curiositeit: een Keep. Best uitbundig gekleurd, maar zo tussen de afgevallen bladeren valt hij nauwelijks op. Die had ik eigenlijk niet meer in Nederland verwacht, want hij broedt in Scandinavië. Zal met een paar dagen wel vertrokken zijn.

zondag 10 maart 2024

Even iets moois nr. 544 - De mislukte twitches...

Voor de vrijdag het ik een ambitieus lijstje: oehoe, hop en velduil! Nou, die trof ik alledrie niet. Jammer, maar gelukkig kreeg ik ander moois voor de lens.





We lopen in een stukje bos, speurend waar de oehoe zich heeft verstopt, als plots een klein, bruin beestje ons pad kruist. Mijn camera zit nog in de tas die op mijn rug hangt, maar omdat het diertje een beetje heen en weer blijft lopen zonder van ons te schrikken peuter ik zonder abrupte bewegingen de apparatuur uit de tas. Precies op tijd om nog wat plaatjes te schieten (net niet helemaal scherp, grrr) voor hij door het struweel wordt opgenomen. Ik moet even nadenken wat ik nou zag, maar zo klein, dat kan alleen een Wezeltje zijn. Qua omvang ongeveer de maat van een frikandel, met nog een vrij kort staartje. Leuk!





Op een stukje weiland foerageert een aantal zanglijsters, maar ook deze Koperwiek. Mooi met die streep oranje.





Op een half open plek in het bos hebben gedienstige geesten een voederplek gemaakt. Doorlopend komen daar Eekhoorns inspecteren of er nog nootjes zijn.





Geweldige beestjes die zich weinig aantrekken van de mensen die er min of meer omheen staan.





Met een zonnetje erop glanst hun huid je tegemoet. Ze weten precies waar in de stronk meestal de nootjes worden verstopt.





Maar het bos heeft nog meer verrassingen in petto: de Middelste Bonte Specht! Stond tot voor kort te boek als zeldzaam, maar heeft zijn opmars gestaag voortgezet. Hij is nu zelfs in het westen van het land te vinden in loofbossen.





De Middelste is iets subtieler gekleurd dan de grote bonte. Bovendien met allerlei streepjes op de borst. Man en vrouw zijn vrijwel gelijk, maar ik hou het erop dat dit een vrouwtje is en die hierboven een mannetje.


zondag 3 maart 2024

Even iets moois nr. 543 - Barmsijs en Zuidpier

Veel gezien dit weekend en mooie verhalen daar omheen.





Als klein jochie van 8 of 9 bladerde ik nogal eens door mijn vogelboek. En bij de Barmsijs dacht ik dan: wat is dít een mooi vogeltje, die zal ik wel nooit van mijn leven zien... Nu ben ik 66 en laat ik nou zomaar ineens tussen 20 Barmsijzen staan. Ik kijk dan ook met een bijzonder gevoel naar mijn eigen foto's...





Veel gewoner is natuurlijk de Heggenmus. Op dit moment in elke tuin wel te horen met zijn rinkelende zang.





Er lijkt op dit moment een ware invasie gaande van Barmsijzen. In de duinen, in een park, in het bos, overal hoor en zie je de Barmsijs. Waar ik ze eerder in jaren niet zag of hoorde, daar zie ik nu overal hele groepen van 20 tot 80 exemplaren.





Nou ja, overal. Niet op de Zuidpier van IJmuiden. Het woei er veel harder dan ik verwachtte en er was bovendien niks bijzonders te zien. Daarom hier een van de usual suspects: de Steenloper.





Tussen al die barmsijzen zit één heel bijzondere: een Witstuitbarmsijs. Door de leek niet te onderscheiden van zijn meer gewone soortgenoot en door mij ook bijna niet. Desondanks denk ik dat dit die ene is.





Altijd trouw op de Zuidpier aanwezig in de winter: de Paarse Strandloper. En wat is er nog mooier dan één Paarse? Twee natuurlijk!





In het voorjaar krijgt de Barmsijs een prachtige felroze borst. Dit is de Grote Barmsijs, met enig oefenen te onderscheiden van de kleine en van de witstuit.





Deze keer trof ik ze niet op het naastgelegen strand, maar op de blokken van de Zuidpier: de Drieteenstrandloper. Ze klitten dan in een groep bij elkaar, in dit geval zo'n 50 exemplaren.





Eveneens een vaste wintergast op de Zuidpier: de Oeverpieper. Vaak lastig te fotograferen en dat deze dan zomaar een poosje blijft zitten is uitzonderlijk.





Barmsijzen zijn afkomstig van Scandinavië en Siberië en dergelijke arctische streken. Ze zullen, zeker bij deze temperaturen, wel snel weer vertrokken zijn. Jammer toch.


zondag 18 februari 2024

Even iets moois nr. 542 - Struinen door bos en polder

Ik waagde deze vrijdag nog een poging om de middelste bonte specht voor de lens te krijgen. Dat lukte niet. Wel regende ik helemaal door want ik liep zonder paraplu door het bos. Tja.





Al struinend door het bos kreeg ik ineens het gevoel dat ik bespied werd...





Ook in het bos een luidruchtige dreumes, de Winterkoning. Hij strijkt ineens vlak voor me neer en zingt me enthousiast toe.





Ik verlaat het bos in de middag en concentreer me op de polder. En zie, een mooie Torenvalk aan de slootkant, vast op zoek naar een muisje.





Tot mijn verbazing tref ik in de polder zomaar een groep van 13 grote zilverreigers, maar - nog mooier - ook nog eens 3 Koereigertjes. Ze heten nog steeds zeldzaam, maar volgens mij worden ze wel steeds gewoner.





Veel te ver natuurlijk, maar het gaat me even om die bruine vogels die zich mengen tussen de kieviten. Het zijn Goudplevieren die hier vrij massaal en toch amper zichtbaar overwinteren. Vliegen de kieviten op, dan doen de plevieren hetzelfde; strijken ze weer neer, dan doen ze ook dat gezamenlijk. Daarom kijk ik altijd extra alert naar de kieviten die soms in enorme groepen boven de polders zweven. Bijna altijd (in de winter) zie je er de kleinere, slankere Goudplevieren tussen.





Nog een plaatje vanuit de kop van Noord-Holland, die ik maakte vanuit mijn werk. Het is een Zwarte Ruiter in winterkleed. Zoals de naam doet vermoeden is hij zwart in de zomer, maar dan zijn ze opgeschoven naar veel noordelijker streken. Mooie vogel.

zondag 11 februari 2024

Even iets moois nr. 541 - Terug naar de kust

De vrijdag gingen we langs de kust op zoek naar de velduil, maar ondanks uitgebreid speuren en langdurig wachten zagen we die niet. Jammer. Gelukkig kregen we andere schoonheden voor de lens. Want zo gaat dat in de natuur: wees altijd bedacht op het onverwachte!





Blijft leuk natuurlijk: een boom met zeven Ransuilen. Deze liet zich nog het best bekijken.





Kijk nou, een onverwachte verrassing: een Geelpootmeeuw, Zie je niet zo vaak, want hij hoort thuis langs vooral de Frans en Spaanse kusten. En nu zomaar in de buitenhaven van Stellendam.
Ik had dit nog maar net geschreven en gepubliceerd toen een vriendelijke mede-vogelaar me erop wees dat het helemaal niet een geelpootmeeuw is, maar een Kleine Mantelmeeuw. Een domme vergissing van mij, want ze verschillen aanzienlijk in kleur. Ik had me even in de luren laten leggen door de eerste aanblik van die gele poten...





De Drieteenstrandloper. Altijd in een groep en ze doen maar drie dingen: slapen, eten en poetsen. Slapen doen ze met de ogen open; er mocht eens een slechtvalk langskomen...





Ze overwinteren o.a. langs onze kust, maar broeden doen ze in hoog-arctische streken. Als de golven iets te hoog op de dam slaan huppen ze op één poot een paar decimeter hogerop.





Hun winterjas van grijs, wit en wat zwart staat ze uitstekend. Erg leuke vogels en in het geheel niet schuw.





De Scholekster zie je in de winter vooral langs de kust. Over twee maanden bevolken ze weer onze polders en parken. Én platte daken, tegenwoordig een geliefde broedplek.





Altijd aanwezig langs de kust, althans in de winter: de Steenloper. Tamme beestjes die straks weer vertrekken naar hun broedgebieden in Scandinavië.





In de polders langs de kust zijn soms grote groepen Rotganzen te vinden. Een vrij kleine, compacte gans met een zwarte kop. Vertrekt straks ook weer naar het hoge noorden.